Tijd wat voor poëzie
Eén van de bezoekers van onze site zond ons een zelfgemaakt ‘Rokersgedicht’ met een opbeurend briefje:
Beste Forces,
Ik stuur jullie een gedicht vrij naar Remco Camperts gedicht: ‘Iemand stelt de vraag.’ Wellicht iets voor jullie site! Keep Fighting! |
Tijd voor eens wat poëzie tussen al dit, soms deprimerende, proza. Dus we voldoen aan dit sympathieke verzoek.
Rokersgedicht
I
Het was een geweldig rookfestijn
er stierven drie mensen
een van ouderdom
een door alcohol
een omdat zij vochtig werd
O maar er werd gerookt
gedanst en gedronken!
De pijp ging rond en de pruim
oude tabaksverhalen werden nieuw
opa’s stonden in hoog aanzien
die zeiden dat het altijd zo was geweest
en altijd zo zou blijven
en de kinderen bleven erbij
tot ze niet meer konden.
O maar er werd gerookt
en gevrijd bij het leven
een dag een nacht en een dag!
Tot de tabak op was
de glazen leeg
en de asbakken door de kroegbaas
weer afgeplakt
toen wankelden ze lachend de berghelling op
bliezen hun rook uit in het lange gras
een nacht en een lange dag
Terwijl ze de laatste rookwolkjes uitbliezen
reden
beladen met het werk van hun handen
in pakjes en shagbalen verpakt
in clandestiene colonnes
de vrachtwagens door het land
het land van de kogelbrieven en pistolen
het land van pluk een bloem en leef op straat
het land van de rookvrije bordelen
het land van de rookfetisjistes voor een knaak
het land waar iedereen het vingertje heft
iedereen met een vingertje in de pap
het land waar ze naar van droomden
het land dat ze ooit zullen zien
2
Verzet begint niet met grote woorden
maar met kleine daden
zoals storm met een vallend blaadje op ‘t spoor
of een piep van de muis uit het voorhuis
zoals de koersval van een aandeel door een gerucht
of het herschrijven van een geliefd gedicht
zoals met een overstap van rood naar blauw
of aftreden ten gunste van een vrouw
meer of weer gaan roken
daarmee begint verzet!
en dan je sigaret aanbieden aan een ander
3
Iemand maakt zijn sigaret niet uit
iemand zegt overheid de pest met je Tabakswet
iemand maakt reclame
iemand zegt vandaag doe ik niets
iemand beschildert zelf zijn asbak
iemand eist zijn rookplek weer op
iemand geeft de sneeuwpop zijn pijp terug
iemand bestelt zijn sigaretten via het internet
iemand zegt papa en mama dat maak ik godverdomme zelf wel uit
iemand neemt ontslag
iemand smokkelt sigaretten uit Polen
iemand zegt rook dat je vindt het is nog niet genoeg geweest
iemand kweekt zijn eigen tabaksplantjes
iemand weigert een non-smoking vlucht
iemand kucht niet meer
iemand zegt tot hier en niet verder
iemand droomt niet meer
iemand is voor altijd wakker
iemand steekt een sigaret op
iemand verzet zich
en dan nog iemand
en nog iemand
en nog
JR
Vrij naar Remco Camperts gedicht: ‘Iemand stelt de vraag’