Tabak tegen kanker
Na al het gekanker tegen tabak van de laatste decennia is het goed eens een positief bericht te lezen over de plant. Onderzoekers in Philadelphia hebben de tabaksplant, dankzij genetische manipulatie, zover gekregen dat die een stof produceerde die als antistof tegen darmkankercellen kan fungeren. De stof remt de groei van deze cellen af.
De theorie achter de aanpak van kanker met antistoffen is, kort samengevat, als volgt. Je zoekt een stof die wel voorkomt op de buitenkant van de kankercellen, maar niet of nauwelijks in de rest van het lichaam. Vervolgens maak je een antistof die zich aan deze stof hecht. Die spuit je bij de patiënt in. En dan kun je rustig achteroverleunen, want het afweersysteem van de patiënt doet de rest. Speciale witte bloedcellen maken korte metten met iedere cel waaraan de antistof gekleefd zit. Zo verdwijnt de tumor als sneeuw voor de zon.
Hoewel het maken van grote hoeveelheden antistoffen niet het enige probleem is waar de immuuntherapeuten nog mee worstelen, is het wel een belangrijk struikelblok. Er zijn in de loop van de jaren allerlei manieren ontwikkeld om antistoffen te produceren, maar die zijn vreselijk duur, kwalitatief onder de maat of allebei. Voor de meest gebruikte manier zijn dieren nodig. Genetisch gemanipuleerde planten komen steeds meer in beeld als alternatief, al was dat tot nu toe alleen voor de productie van antistoffen tegen bacteriën en virussen. Koprowski en collega’s zijn de eersten die een antistof tegen kanker maken in een plant.
De antistof die zij uit tabak oogstten – er zat ongeveer een milligram in iedere kilo bladeren – waren niet precies hetzelfde als de antistof uit zoogdieren. Er ontbraken wat suikergroepen aan, een gevolg van de andere manier waarop plantencellen in elkaar zitten. Maar bij een eerste test bleek dat geen probleem te zijn. De antistof uit tabak hechtte zich zelfs iets sterker aan losse darmkankercellen dan de zoogdierversie.