‘Rokende moeder beschadigt longen ongeboren baby’
‘Rokerslongen vóór de geboorte’ kopte gisteren het Utrechts Nieuwsblad als omschrijving voor een voorpaginaartikel waarin gewag werd gemaakt van de voorlopige resultaten van een gezondheidsonderzoeksproject in de nieuwe wijk Leidsche Rijn in Utrecht.
Nou is dat nogal een boude uitspraak: rokerslongen, als die al in pure vorm bestaan, zijn pas na tientallen jaren roken herkenbaar. En dan is het niet eens mogelijk om longen van een roker te onderscheiden van de longen van iemand die dezelfde tijd langs een drukke weg heeft gewoond. Om ongeboren baby’s rokerslongen toe te dichten grenst daarom meer aan demagogie.
Maar er is meer aan de hand met dit onderzoek…
Vrouwen die tijdens hun zwangerschap roken, beschadigen de longen van hun kind. Dat blijkt uit een bevolkingsonderzoek in de Utrechtse nieuwbouwwijk Leidsche Rijn.
Tijdens het eerste levensjaar hebben die baby’s al 36 dagen meer luchtwegklachten dan kinderen van moeders die vóór hun geboorte niet hebben gerookt.
Al eerder was bekend dat rokende moeders kleinere kinderen krijgen en meer kans lopen op een miskraam. Nu blijkt dat tabaksrook, dat via het bloed in de baarmoeder komt, ook de ontwikkeling van de longen aantast. Dat leidt in het eerste levensjaar tot hoesten en benauwdheid.
Van alle pasgeborenen krijgt 20 tot 30 procent in de eerste drie jaar last van de luchtwegen. Het merendeel van hen groeit er weer overheen, 30 procent houdt last. Ongeveer 10 procent van hen heeft astma.
Eén van de problemen van dit soort berichten is dat ze moeilijk te verifiëren zijn. De details van het onderzoek worden niet bekendgemaakt en dat maakt het voor buitenstaanders moeilijk de beweringen na te trekken.
De enige extra informatie over de gevolgde onderzoeksmethode is te vinden op een eigen site van het project maar die is allesbehalve actueel. Het persbericht over deze rapportage is daar niet eens te vinden, echter wél op de site van het Utrechts Medisch Centrum. Wél zijn er wat oudere pdf-documenten over het onderzoek te vinden.
Wat daarin opvalt is dat als risicofactor voor longproblemen blijkbaar alleen roken is meegenomen, terwijl de wijk ingeklemd is tussen twee snelwegen (A2 en A12) en de meeste inwoners afkomstig zijn uit de stad Utrecht die, zoals elke stad, een grotere luchtvervuiling kent dan op het platteland. De locatie ten opzichte van de snelwegen en de kenmerken van de oude woonplaats zijn dan ook risicofactoren die op zijn minst dienen te worden meegenomen.
Ziektes zijn meestal het gevolg van meerdere factoren en het is van belang om deze cofactoren allemaal zoveel mogelijk mee te nemen.
De onderzoekers zijn volgens hun eigen persbericht duidelijk minder zeker van het verband tussen de longfunctieklachten van de baby’s dan de UN-journalist:
Waarschijnlijk beïnvloedt de blootstelling aan tabaksrook in de baarmoeder de groei en de ontwikkeling van het ongeboren kind.
Verder is het de vraag wat de ernst is van het beweerde verband. Van kinderen is bijvoorbeeld bekend dat het gewicht tijdens de babytijd bepalend is voor de neiging om dik te worden later. Overgewicht is inmiddels net zo’n bekende risicofactor voor de gezondheid gebleken als roken. Dus een lichtere baby zou zelfs gunstig kunnen zijn.
Van deze generatie baby’s is nog allerminst bekend wat de longklachten op de lange termijn zullen zijn. Bepaalt het wonen dichtbij een snelweg niet meer hun toekomst op dat gebied als het roken van de moeder tijdens de zwangerschap? Het zou zelfs kunnen zijn dat vroege blootstelling aan rook juist het immuunsysteem ten goede komt.
Kortom, alleen maar concluderen dat er waarschijnlijk een verband is tussen het roken van de moeder en eventuele longklachten van baby’s en later de daaruit groeiende volwassenen zegt nog helemaal niets als het niet in een groter geheel wordt beschouwd. Journalisten die op deze manier met dit soort persberichten omgaan zouden wel eens op het matje mogen worden geroepen…
Maar goed, Barbertje heeft weer gehangen en daar gaat het om binnen de huidige medische cultuur.