Slachtoffer rookverbod (bron DVHN)
Nooit meer een borreltje in het café van Bos
De originele stamtafel staat er nog, de bar ademt ook oude tijden. Wie bij Bert Bos over de drempel stapt, belandt in zo’n echte ouderwetse dorpskroeg. Die stap zetten kan binnenkort niet meer want de deuren gaan dicht. De 57-jarige Bos heeft het pand aan de Hoofdstraat verkocht aan een projectontwikkelaar.
“Er zal hier nieuw worden gebouwd”, vertelt Bos. “Toen ik het aanbod kreeg, heb ik goed nagedacht. Het was moeilijk maar ik heb de knoop doorgehakt.” Dat het een moeilijk besluit was, is logisch. Het café van Bos is niet zo maar een café. Opa Albert was de eerste waard, hij begon in 1901. “Op een andere plek, aan de Hoofdkade. Hij had een bakkerij en een kroeg. Er waren zes zonen. Vijf kozen voor het vak van bakker, mijn vader koos voor het café. Hij is in 1948 in dit pand begonnen.” Bert groeide op in het café, dat een echte dorpskroeg was. “Het was er vaak enorm druk. Het was een stamcafé met veel vaste gasten. En als je heel laat op de avond of ’s nachts nog een kratje bier nodig had, kon dat. Zo ging dat in die dagen.
Aan het eind van de jaren zestig hebben we de zaak verbouwd, toen is er een slijterij naast de kroeg gekomen.” Vader Appie werd ziek in de jaren zeventig en na zijn overlijden nam zoon Bert het heft in handen. “Ik had op dat moment ander werk, in de aardappelmeelindustrie, maar heb toen voor het café en de slijterij gekozen. Dat vak zat me toch in het bloed.” Hij ging op dezelfde voet verder, met hetzelfde interieur. “Ik bouwde mijn eigen klantenkring op, had heel lang een kaartclub. Patat of zo, daar deed ik niet aan. Het was een pilsje of borreltje. Gewoon een dorpskroeg.”
Andere soortgelijke etablissementen in het dorp verdwenen, het ene na het andere, maar Café Bos bleef. “Het contact met mijn gasten vond ik mooi, daar genoot ik van. Daarom ging ik ook altijd door. Zelf meedrinken? Absoluut niet. Ja misschien een pilsje, laat op de avond. In mijn eigen tijd drink ik wel een borreltje hoor maar niet onder het werk.” Bert was ook in dat opzicht een traditionele waard, als zijn vader en grootvader.
Hij genoot van zijn vak maar die regeltjes, hè. “De horeca krijgt er steeds meer mee te maken. Binnenkort dat rookverbod, ik had dan een rookruimte moeten creëren. Hogere bierprijzen, meer btw, nog meer regeltjes. Het wordt daardoor niet leuker en tja, toen die projectontwikkelaar kwam, heb ik dus maar ja gezegd. Ook omdat ik geen opvolger heb.” Het café is officieel inmiddels gesloten, de slijterij blijft tot en met 14 juni open. Op die dag gaat het laatste geestrijke vocht over de toonbank. Ter Apel verliest zo zijn oudste dorpskroeg. Bert Bos verliezen de bewoners niet. Hij blijft wonen in het dorp waar zijn familie van bakkers en kroegbazen geschiedenis heeft geschreven. Groningen