Roken zit in de genen
Mensen die het niet lukt om te stoppen met roken, roepen vaak dat ze het gewoonweg niet kunnen. En daar kunnen ze best eens gelijk in hebben, zo beweren Japanse onderzoekers. Het roken niet kunnen laten zit volgens hen namelijk in de genen, zo meldt de Britse nieuwszender BBC op zijn website.
Het team van de Keio University in Tokio bestudeerde DNA-samples van 203 rokers en ex-rokers en vergeleek deze met die van 123 gezonde niet-rokers. De Japanners ontdekten dat de rokers meer kans hadden drager te zijn van de del-versie van het gen CYP2A6 dan gestopte rokers.
Overigens wordt ook in Nederland een onderzoek gehouden naar de genetische basis van roken. Als het inderdaad zo is moeten de anti-rokers zich eens proberen voor te stellen wat ze genetisch belaste rokers aandoen met hun maatregelen.
Voor wat het waard is…
Het onderzochte gen speelt een rol bij de verwerking van nicotine in het lichaam. Er zijn tenminste drie versies van het gen. De del-versie blijkt het minst actief in de verwerking van nicotine. Mensen die deze versie van het gen dragen, hebben vaak grote moeite van hun verslaving af te komen. Dat komt volgens de onderzoekers door hun onvermogen om nicotine in de bloedstroom af te breken. Als dragers van de del-versie stoppen met roken, is dat een grotere schok voor het lichaam dan bij mensen wiens lichaam het nicotineniveau in het bloed makkelijk regelt.
Opvallend genoeg roken de onderzochte dragers van de del-versie niet veel sigaretten, sigaren of shag. Waarschijnlijk omdat ze minder nodig hebben om hun nicotineniveaus op pijl te houden. De del-versie levert één groot gezondheidsvoordeel op, zo blijkt uit het onderzoek. Dragers ervan lopen minder kans op het ontwikkelen van de luchtwegenaandoening longemfyseem.