Rookpaal is communicatiebevorderend stinkding
De rookpalen op de perrons blijken de nodige overlast te bezorgen. Ze stinken en staan vaak in de fik. Een en ander blijkt uit een reportage in het Utrechts Nieuwsblad.
,,Ze zijn vies, man”, zegt ook kioskmedewerkster Patricia Szkowicz, die de hele dag recht tegen over de rookzuil op spoor elf staat. ,,Nog viezer dan rokende mensen. Je hebt nu veel meer last van rook dan vroeger.”
Het lijken wel kleine vulkaantjes, de rookzuilen op de perrons van Utrecht Centraal. Ze stinken en braken flinke rookwalmen uit. Rokende en niet-r( kende reizigers vinden de palen maar smerig.
Khadya Noudari staat naast een rokende rookzuil op spoor zeven. Het dunne, grijze zuiltje is getooid met bruine schroeiplekken. Of is het soms aangekoekte nicotine? ,,Het is in ieder geval een vies ding,” zegt Noudari, terwijl ze haar peuk aftikt in het hart van de paal, waar kringelende rook uit opstijgt. ,,lk rook een stuk minder, sinds ik hier moet staan.”
Want ze stinken en walmen, de rookpilaren die sinds 1 januari op de stations staan. Op die datum is de tabakswet ingegaan, die voorziet in een rookvrije werkplek, dus óók op het perron. Om rokende passagiers (en medewerkers) toch een beetje tegemoet te komen, heeft de NS hier en daar ‘rookzones’ ingericht. Rond staafvormige asbakken, de rookpalen, mag gepaft worden. Kent de conducteur die midden op perron 7b een sigaret staat te roken, en misschien juist daarom zijn naam niet wil zeggen, de rookpalen ook? ,,Die vind ik echt he-le-maal niks,” lacht hij. ,,Die gebruik ik echt niet. Bah.” Ook mevrouw W. Dijkstra, die wel keurig met haar sigaret naast de paal op perron vijf staat, vindt de pafpaal ‘smerig’. ,,Zeker voor niet-rokers. Als je hier langs loopt, ga je echt over je nek.” De zuil in kwestie brengt inderdaad een penetrante asbakkenlucht voort.
,,Ze zijn vies, man”, zegt ook kioskmedewerkster Patricia Szkowicz, die de hele dag recht tegen over de rookzuil op spoor elf staat. ,,Nog viezer dan rokende mensen. Je hebt nu veel meer last van rook dan vroeger.” Want de rookwolk die de zuil voortbrengt, waait regelmatig recht haar kiosk in. Dat voelt net alsof er tientallen mensen tegelijk hun rook in haar gezicht blazen. Kan ze wéér naar buiten om een bekertje water in die paal te gooien. Schoonmaker Pedro Ndombele blust ook regelmatig pafpalen met zijn schoonmaaksopje. Hij weet wel wat het probleem is: de reizigers hebben haast, en daarom gooien ze hun brandende sigaret in de zuil zonder hem eerst netjes uit te maken. ,,En sommige mensen gooien er papiertjes in en dan gaat het roken en stinken.” De NS zegt geregeld reacties op de rokende palen te krijgen van reizigers. Alleen brandende sigaretten leveren volgens woordvoerder Henk Wind geen probleem op.
,,De palen zijn zo ontworpen dat peuken vanzelf uitdoven. Maar als mensen er plastic snoeppapiertjes en servetjes in gooien, dan gaan ze roken.” Ze zijn trouwens niet brandgevaarlijk, voegt Wind er aan toe. Zijn boodschap is: gebruik de paal alleen voor peuken, dan is er ook geen overlast. Overigens hebben de rokende palen ook onverwacht nut. ,,Ze geven rooksignalen voor rokers,” grapt de procesleider perron (verantwoordelijk voor het aansturen van personeel en treinen). ,,Dan weten ze waar ze heen moeten.” Wellicht handig, want opvallend zijn de zuilen verder niet. Student Cees van Slooten, die bij de pilaar op perron vijf staat, heeft ook een ander bijkomend voordeel ontdekt. ,je komt met meer mensen in contact omdat alle rokers rond die paal staan. Het heeft wel iets sociaals. Niet dat ik hier al vriendschappen heb gesloten, maar je voert wel sneller een gesprekje”
Ja, dat vindt mevrouw Dijkstra, die een klein aangelijnd hondje bij zich heeft, ook wel. De student wijst op het hondje en vraagt: ,,Is dat een puppy?” Mevrouw Dijkstra: ,,Het is een shih-tzu.” Van Slooten: ,,Oh, dat ras ken ik wel.” Een nieuw, gezellig gesprekje is geboren.
Bron: Utrechts Nieuwsblad