Pas echt gelukkig in een rokerig café

Op 6 januari verscheen in de Volkskrant een artikel van de hand van Caspar Janssen, auteur van het boek Zak Tabak. In het artikel neemt hij het op tegen de ‘gezonde bemoeials’ van Stivoro. Hij begrijpt ook niet hoe de overheid de rookvrije werkplek heeft kunnen laten doorgaan:


Het gekke is: zowel progressieven als (sommige) liberalen zijn terecht trots op het Nederlandse drugsbeleid, maar over het recht op roken hoor je ze nauwelijks. Zo zou het kunnen gebeuren dat er over twee jaar de bizarre situatie ontstaat dat miljoenen toeristen jaarlijks naar Amsterdam komen om zich ondersteboven te roken aan hasj en nederwiet in coffeeshops, maar dat de gemiddelde toerist (en de Nederlander) voor een gewoon sigaretje buiten moet gaan staan, met het gevaar dat het Stivoro-antirookteam vervolgens voorrijdt in een lesauto.


Zelfs op straat worden rokers belaagd door de moraalridders van de anti-rooklobby, ziet Caspar Janssen. Mensen die de opbeurende werking van de sigaret niet kunnen of willen missen, worden in de kou gezet.


Ze bestaan nog, Jehova’s getuigen. Onlangs belden ze ’s middags bij ons aan. Omdat ze bleven bellen toen onze oppas niet meteen opendeed, schrok ons bijna tweejarige dochtertje – ze lag net in bed – wakker. En daarna bleef ze wakker. Toen we ’s avonds thuiskwamen troffen we een dodelijk vermoeide oppas aan en een dodelijk vermoeide en huilerige dochter. Een ramp? Nee. Het is vervelend, maar je weet: af en toe gebeurt het, af en toe probeert een godsdienstwaanzinnige, een kabelexploitant of een levensverzekeraar binnen te dringen in je privéleven. Een kwestie van afpoeieren en overgaan tot de orde van de dag.


Rotterdamse werknemers die op 13 december jongstleden buiten hun pauzesigaret aan het roken waren, hadden de kans dat er opeens een ‘lesauto’ stopte voor hun neus. Uit die lesauto stapte een medewerker van de officiële Nederlandse antirookorganisatie Stivoro die hen aansprak op hun ‘stopgedrag’. De rokers, die mede door toedoen van diezelfde Stivoro naar buiten gedreven waren om te roken, werden nu in de lesauto genodigd om alles te horen over hulp bij het stoppen met roken. Dit alles in het kader van de Stivoro-actie: ‘Stoppen kun je leren’.


Een ramp? Nee. Ook Stivoro kun je afpoeieren. Maar toch is er een verschil met bovenstaand voorbeeld. De zendingsdrang van Stivoro wordt mede betaald door de overheid. Sterker: dit soort specifieke Stivoro-acties wordt doorgaans volledig gesubsidieerd door de overheid. De rokende belastingbetaler draagt zo niet alleen bij aan zijn eigen marginalisering, hij betaalt ook mee aan de getuigdrift van anti-rook-Jehovahs, hij financiert de antitabak-voet tussen de deur die zijn privéleven juist moet afschermen. De vraag is: wanneer begint Stivoro eigenlijk met het afleggen van huisbezoekjes?


De Stivoro-actie maakte me wel nieuwsgierig naar de mensen van Stivoro. Het laatst gepubliceerde jaarverslag (over 2005) van de anti-rookstichting bediende me op mijn wenken. Volgens een eigen onderzoekje eet 70 procent van de Stivoromedewerkers en die van al haar samenwerkingspartners (en dat zijn er nogal wat) het liefst een Hollandse appel. 30 procent geeft de voorkeur aan een ‘exotische papaya’. 42 procent van diezelfde ondervraagden wandelt iedere week in de natuur. 58 procent van de respondenten in het interne Stivoroonderzoekje doet twee keer per week aan sport. Slechts 4 procent sport nooit.


En wat blijkt: 58 procent van de Stivoro-mensen is gelukkig, 42 procent is ‘over het algemeen’ gelukkig en niemand is ongelukkig. Sporten, wandelen in de natuur, appels of papaya’s eten en, ziedaar: het recept tegen ongeluk. En niet roken natuurlijk, dat hoort er ook bij. Uit de begeleidende interviewtjes blijkt dat er nog een factor bijdraagt aan het levensgeluk: een baan hebben waarin in voorbeeldige samenwerking met anderen een goed doel wordt nagestreefd: het gezond maken van anderen. In de wereld van Stivoro is iedereen blij, positief, gezond en idealistisch bovendien.


Is daar iets mis mee? Nee, natuurlijk niet. Iedereen heeft recht op zijn eigen levensstijl. Sterker, ik benijd ze wel, de mensen die altijd maar blij, positief, gezond en verantwoord zijn, al staat de wereld intussen in brand (en niet vanwege het roken).
Wel behoud ik me het recht voor te vallen voor de verlokkingen van de wereld van Gauloise, Winston en Drum en nog niet voor die van de wereld van Stivoro. Om af en toe negatief te zijn, cynisch, destructief en onverantwoordelijk. Om pas echt gelukkig te zijn als ik in het café lekker ongezond zit te roken en te drinken. Om te denken dat het streven naar de  perfecte mens tot mislukken is gedoemd, en zelfs schade kan toebrengen vanwege de morele druk en de dwang die ermee gepaard gaan. Om te denken dat het leven vaak helemaal niet leuk is en dat het cultiveren van een hanteerbare verslaving misschien wel houvast biedt. Tot het moment komt dat ik zelf beslis, zonder druk van buitenaf, dat het ook een bevrijding kan zijn om de verslaving van je af te schudden.


Ik ben overigens niet de enige die de wereld van Stivoro nog niet heeft omarmd. Uit de eigen cijfers van Stivoro blijkt dat het niet erg opschiet met de heilige missie om iedereen gezond en gelukkig te maken. Nog altijd rookt 28 procent van de volwassenen (cijfers over 2005) in Nederland, dat zijn nog altijd rond de vier miljoen mensen. En ook al roept Stivoro al jaren dat roken onder jongeren niet in de mode is, nog altijd rookt 39 procent wel. Het ergste is nog wel dat de aantallen zich in 2005 stabiliseerden. En dat ondanks de radicale maatregelen van de afgelopen jaren: nog maar eens een fikse accijnsverhoging op tabak, het aanbrengen van waarschuwingen op de verpakkingen (roken is dodelijk), de beperking van het aantal verkooppunten, het verbieden van roken op de werkplek en in de publieke ruimte. Voor het uitblijven van harde resultaten formuleerde Stivoro afgelopen mei een verklaring. ‘Er is veel meer geld nodig’, zei directrice Lies van Gennip, die verder nog veel heil verwacht van het verder uitsluiten van rokers, bijvoorbeeld door middel van het volledig rookvrij maken van de horeca.


Stivoro heeft ook nog een andere verklaring voor die hardnekkige onwil van mensen om gezond te zijn: stoppen met roken is moeilijk. Dat klopt. ‘De sigaret is je beste vriend die je telkens weer paait met het uitstel van afscheid’, schreef H.J.A. Hofland in zijn essay Drank en Tabak (1985). Toch is het afschudden van de fysieke verslaving het probleem niet, dat is in een week gepiept. Maar de verleiding om weer opnieuw te beginnen is groot. En begrijpelijk. Roken levert namelijk wel degelijk iets op, op korte termijn. Zodra er nicotine in de hersenen komt maken die zowel dopamine als noradrenaline aan. Nicotine doet dus iets schijnbaar tegenstrijdigs en heel aantrekkelijks: het stimuleert en ontspant tegelijkertijd. En dat is niet alles: er zijn serieuze aanwijzingen dat een andere stof in sigarettenrook het enzym afremt dat dopamine weer afbreekt. Voorzichtig concludeer ik dus maar: roken bestrijdt depressieve gevoelens. Althans: op de korte termijn. En dat is precies de reden waarom rokers niet stoppen: de beloning op korte termijn weegt zwaarder dan de beloning op lange termijn.


Kunnen rokers dan maar beter blijven roken? Nee, want de voordelen op korte termijn wegen bij lange na niet op tegen de gezondheidsrisico’s op korte en op lange termijn. Bovenstaande verklaart slechts waarom zoveel rokers blijven roken. Zelfs in de VS, waar het anti-rookbeleid in sommige staten inmiddels de vorm van repressie heeft aangenomen, blijft het percentage rokers hardnekkig boven de 20 procent steken.


Stivoro, de overheid en andere rookbestrijders moeten dus vooral blijven wijzen op de gezondheidsrisico’s van roken. Ze moeten ook vooral niet-rokers blijven beschermen tegen rook, door rookvrije werk-, eet- en drinkgelegenheden te waarborgen. Maar ze moeten er niet trots op zijn om de grootste minderheidsgroep van Nederland, die over tien jaar nog altijd uit miljoenen mensen zal bestaan, hun levensstijl te ontnemen. En dat is precies wat nu begint te gebeuren. Niet pragmatisme, maar ideologie ligt ten grondslag aan het tabaksbeleid.


Dat werknemers recht hebben op rookvrije werkplekken is een goede zaak, maar dat het werkgevers verboden is om ook werkplekken te creëren voor rokers, daar zouden liberale en socialistische politici zich fel tegen moeten weren. Dat rokers op werkplekken in kleine, slecht geventileerde ruimtes bovenop elkaar zitten, daar zouden juist gezondheidslievende organisaties – en de arbeidsinspectie – tegen moeten protesteren. Roken nog veel duurder maken (meer dan de helft van een pakje sigaretten is nu al belasting), liberalen en socialisten zouden er schande van moeten spreken. Waarom? Gedragsverandering via belasting is prima, maar als tabak zo duur wordt dat mensen met lage inkomens geen keuzevrijheid meer hebben, dan is er sprake van dwang en discriminatie.


Het beste voorbeeld van door ideologie gedreven beleid is het rookverbod in de horeca dat er onherroepelijk gaat komen, in navolging van andere Europese landen.
Afgezien van de vraag of het streven naar een gezond café niet hetzelfde is als het streven naar een atheïstische kerk, kun je niet-rokers makkelijk beschermen, zonder rokers de deur te wijzen.


Je zorgt voor rookvrije restaurants en café’s en voor horecagelegenheden waarin wel gerookt mag worden. Desnoods verhoog je de drempel voor rookhoreca, met een speciaal aan te vragen vergunning en – uiteraard stevige eisen voor ventilatie. En je stelt vast dat zeker de helft van de café’s en restaurants rookvrij moeten zijn.


Dat Stivoro dit een slechte oplossing vindt, is logisch. Deze organisatie deinst er niet voor terug inbreuk te maken op de levensstijl en het privéleven van vier miljoen Nederlanders. De overheid heeft echter een andere verantwoordelijkheid. Zolang roken legaal is en de overheid er zelfs op verdient, dient de overheid niet alleen de niet-rokers maar ook de rokers te beschermen. Een strikt rookvrije horeca is helemaal niet nodig om niet-rokers te beschermen, dus het dient geen enkel doel om het plezier te vergallen van mensen die niet volgens het Stivoro-ideaal willen leven. In een liberale samenleving lijkt het mij in ieder geval een nederlaag als je een grote minderheid op een dergelijke manier tot gedragsverandering wilt dwingen.


Het gekke is: zowel progressieven als (sommige) liberalen zijn terecht trots op het Nederlandse drugsbeleid, maar over het recht op roken hoor je ze nauwelijks. Zo zou het kunnen gebeuren dat er over twee jaar de bizarre situatie ontstaat dat miljoenen toeristen jaarlijks naar Amsterdam komen om zich ondersteboven te roken aan hasj en nederwiet in coffeeshops, maar dat de gemiddelde toerist (en de Nederlander) voor een gewoon sigaretje buiten moet gaan staan, met het gevaar dat het Stivoro-antirookteam vervolgens voorrijdt in een lesauto.


Of sluiten we dan ook maar meteen de coffeeshops? Dat ligt natuurlijk meer in de lijn der verwachtingen. En daarna moet het drankgebruik toch eindelijk eens beteugeld worden, voor ons eigen bestwil uiteraard. Misschien krijgen we allemaal een strippenkaart: drie glazen bier per dag, daarna wordt de tap vergrendeld.


NRC-columnist Bas Heijne sprak in dit verband van ‘de terreur van de goede bedoelingen’ (naar aanleiding van een pleidooi voor een rookverbod op een strand in de Verenigde Staten).
Voorstanders van een volledig rookverbod in de horeca en andere marginaliserende maatregelen tegen rokers, moeten overigens niet te vroeg juichen; voor ze het weten zijn zij aan de beurt. Want het Stivoro-wereldbeeld is overal. Zelf heb ik er soms ook last van: er zijn een heleboel mensen die ik liever niet zie in een café of op mijn werk: brallers, neuspeuteraars, dikke mensen, theedrinkende mensen, knoflooketers, ongewassen mensen, mensen die bewust lelijke kleren aan doen, zwetende mensen. De aanwezigheid van die mensen, dat kan nooit goed zijn voor mijn gezondheid. Voor je het weet is een meerderheid het met me eens en moeten neuspeuteraars en knoflooketers in het vervolg buiten staan. En zo gaat het door, net zo lang tot we allemaal positief, gezond, hygiënisch en blij zijn. Omdat dat onze morele plicht is. En dan is de verwezenlijking van Stivorodorp, waarin het plaatselijke café is omgedoopt tot voedingsadviesbureau of fitnesscentrum, een feit.


Graag doe ik nog even niet mee. Proost in 2007!
 
Caspar Janssen is redacteur van de Volkskrant. Hij schreef het boek Zak Tabak; of het tragikomische verhaal van een verstokte roker. Copyright: Janssen, Caspar


Knoflooketers moeten straks ook buiten staan


Pechvogels die hebben gefaald. Gelukkig, de eerste zes dagen van een rookvrij 2007 zitten er op. Of hoort u tot de pechvogels die hebben gefaald, en die de eerste trekjes alweer hebben genomen? Of misschien wilt u liever gewoon doorroken.


Voor die laatste twee groepen medeburgers breekt Volkskrant-redacteur Caspar Janssen in dit artikel een lans. In een liberale samenleving moeten niet alleen de rechten van niet-rokers, maar ook die van rokers worden geëerbiedigd. Het tegendeel gebeurt nu: de roker betaalt ruim mee aan de door de overheid gesubsidieerde anti-rookcampagnes. Rokers worden steeds ‘actiever’ gepusht om te stoppen; dat soort dwingelandij past in een maatschappelijk klimaat dat Caspar Janssen niet aanstaat.


Janssen publiceerde in 2006 het egodocument Zak Tabak, waarin hij verslag doet van zijn haat-liefdeverhouding met zijn rookverslaving.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Download poster

Citaten

  • "Es ist schwieriger, eine vorgefaßte Meinung zu zertrümmern als ein Atom."
    (Het is moeilijker een vooroordeel aan flarden te schieten dan een atoom.)
    Albert Einstein

  • "Als je alles zou laten dat slecht is voor je gezondheid, dan ging je kapot"
    Anonieme arts

  • "The effects of other people smoking in my presence is so small it doesn't worry me."
    Sir Richard Doll, 2001

  • "Een leugen wordt de waarheid als hij maar vaak genoeg wordt herhaald"
    Joseph Goebbels, Minister van Propaganda, Nazi Duitsland


  • "First they ignore you, then they laugh at you, then they fight you, then you win."
    Mahatma Gandhi

  • "There''s no such thing as perfect air. If there was, God wouldn''t have put bristles in our noses"
    Coun. Bill Clement

  • "Better a smoking freedom than a non-smoking tyranny"
    Antonio Martino, Italiaanse Minister van Defensie

  • "If smoking cigars is not permitted in heaven, I won't go."
    Mark Twain

  • I've alllllllways said that asking smokers "do you want to quit?" and reporting the results of that question, as is, is horribly misleading. It's a TWO part question. After asking if one wants to quit it must be followed up with "Why?" Ask why and the majority of the answers will be "because I'm supposed to" (victims of guilt and propaganda), not "because I want to."
    Audrey Silk, NYCCLASH