Onderzoeken meeroken
We must be interested in whether passive smoking kills, and the question has not been definitively answered. It’s a hard question, and our methods are inadequate.
Dat zei deze week de hoofdredacteur van de British Medical Journal nog in een commentaar op een hoogoplopende discussie in dat blad.
Hoe staat het met het bewijsmateriaal dat meeroken schadelijk is, zoals de anti-rokers bij het Ministerie van VWS en Stivoro steeds weer beweren?
Forces zette het ‘bewijsmateriaal’ eens op een rijtje en toont aan dat er inderdaad nog geen definitief antwoord is. Of het moet NEE zijn….
Al sinds de tachtiger jaren woedt er in de wetenschappelijke wereld een heftige, deels politiek getinte, diskussie over de schadelijkheid van meeroken. Anti-roken is een hype en de medische wereld wil rokers het leven zo zuur mogelijk maken om ze te bewegen het roken op te geven. Hét grote pressiemiddel daarbij is meeroken: als je rokers kunt duidelijk maken dat ze een gevaar zijn voor hun omgeving kun je ze stevig onder druk zetten en het sociale leven bijna onmogelijk maken.
Maar het bewijsmateriaal is flinterdun of helemaal niet aanwezig. De anti-rokers vechten echter tot het uiterste om de meeroken-fabel in de lucht te houden. Zonder het meeroken argument hebben ze niets meer om de roker onder druk te zetten, dan valt hun hele strategie in het water.
Forces verzamelde de gegevens van de onderzoeken die er over het onderwerp meeroken verschenen zijn in een database en legde daar de algemene statistische criteria overheen die er voor dit soort onderzoek algemeen aanvaard zijn.
Resultaat?
Van de 177 onderzoeken over het onderwerp konden er slechts 6 (!) een duidelijk negatief effect van meeroken op de omgeving aantonen. 17 onderzoeken gaven een zwak negatief effect aan en 10 bleken juist ontdekt te hebben dat er een positieve effect te meten was. Alle andere onderzoeken waren niet in staat enig effect waar te nemen.
En dat, terwijl men de grootste moeite heeft om een methode te ontwikkelen waarmee men onomstotelijk kan aantonen dat er een verband is.
En dat is ook niet vreemd: of iemand een ziekte krijgt is afhankelijk van 1000’en omgevingsfactoren en van de genetische kenmerken van een individu. Ook niet-rokers krijgen longkanker en hart- en vaatziekten, vaak rokersgerelateerde ziekten genoemd. En ook zonder dat ze ooit in hun leven tabaksrook ingeademd hebben. Onderzoeken kunnen onmogelijk alle factoren meenemen om er zeker van te zijn dat één factor de hoofdoorzaak van een ziekte is.
En dan is het ook erg moeilijk om te bepalen wat het effect is. Er zijn weinig mensen die nooit met tabaksrook in aanraking zijn geweest dus je hebt geen vergelijkingsmateriaal. Om dat toch te kunnen doen worden er gekunstelde constructies bedacht waarvan de uitgangspunten niet zonder kritiek zijn.
Meeroken (ETS, Environmental Tobacco Smoke) expert Gio Batta Gori legt het als volgt uit:
The original fraud of ETS studies is how the studies are designed and conducted. The claim of an ETS role in lung cancer is said to be the more solidly documented, and its analysis is representative of other less solid attributions. Inferences about the causal role of ETS in lung cancer derive not from the comparison of disease frequencies in exposed and non-exposed subjects. Rather they rely on case-control studies and ever so slight differences in guesses of past exposure between groups of lung cancer CASES self-defined as nonsmokers – usually aged females – and CONTROL groups of self-defined nonsmokers without lung cancer. Both groups are exposed to ETS, and individual exposure recalls are elicited by questions such as “how many cigarettes did your husband, father, uncle, etc. smoke over the last 10, 20…50 years or in your childhood, how long were you exposed to ETS daily over those years, etc.” Answers are recorded not as the vague recollections they are, but as precise digits. Odds ratios are then integrated into overall means that usually score well below 0.2 , even after selective meta-analysis procedures that would be deemed improper in any other circumstance.
A claim of causality is then inferred based on the incongruous postulate that a 100% relative exposure of controls does not lead to cancer, while a 120% relative exposure has been the cause of cancer in all the cases.
Even if a 20% difference in exposure to ETS were real, to conclude that it represents a 20% increased risk of lung cancer for the general population is bereft of any logical foundation. In fact the risk differential among cases and controls is 100%, because ;all cases have cancer and all controls have no cancer.
Het enige wat je kunt doen is mensen vragen hoe vaak ze met tabaksrook in contact zijn geweest. En daar wil het geheugen het ook wel eens laten afweten. En wat sociaal wenselijke antwoorden dan weer uitrichten op die vraag is weer een volgende moeilijkheid.