NIPO rapport stoppers nu online
Geenstijl.nl meldt vandaag dat het NIPO-onderzoek naar het aantal stoppers per 1 januari 2004 nu eindelijk online is geplaatst. Aan het onderzoeksrapport is pas gistermiddag de laatste hand gelegd, constateert de redactie.
De peiling werd uitgevoerd tussen 12 en 18 december 2003, het hoogtepunt van de anti-rokencampagne van Stivoro. Voorwaar de beste tijd om de maximale resultaten te meten….
geenstijl.nl over het rapport:
Anyway, we hebben onmiddellijk doorgebladerd naar de conclusie, te vinden op pagina 4. Leest u even mee: “Uit dit onderzoek blijkt dat bijna 950.000 rokers de INTENTIE hebben om op 1 januari 2004 te stoppen met roken.” Nou hebben wij van GeenStijl regelmatig de intentie iemand dood te slaan, maar in de praktijk hebben wij dit nog nooit ten uitvoer gebracht. Als het aan Stivoro ligt zijn we echter al moordenaar alvorens we onze voornemens daadwerkelijk ten uitvoer hebben gebracht. Zoals directrice Trudy Prins zelf ooit al schreef: “Het grootste deel van alle 4 miljoen rokers in Nederland zou liever niet roken. Het grootste deel is ook van plan er vroeger of later mee te stoppen.” En zo komt Stivoro dus aan zijn cijfertjes: gewoon aan iedereen die het maar horen wil verkondigen dat maar liefst 950.000 Nederlanders de sigaret hebben afgezworen. Of om precies te zijn 953.753 landgenoten. Maar de onderzoeksuitkomst loopt van 769.000 tot 1.100.000, een foutmarge waar de Queen Mary II in past en zelfs deze cijfers zijn niet zuiver. Zou het dan toch gewoon ordinair met centen te maken hebben? Want hetzelfde Stivoro was er in 2002 als de kippen bij om tijdens de formatie van het kabinet Balkenende I een verzoek in te dienen voor een subsidie van – schrikt u niet – 48,3 miljoen euri.
Natuurlijk heeft het met geld te maken. Stivoro, als PR-organisatie (want voorlichting kun je het nauwelijks noemen) heeft dit soort opgepoetste cijfers nodig om haar effectiviteit te bewijzen. Het is een vaak toegepaste truuk in de anti-rokenindustrie om meer geld en waardering los te krijgen.
Een belangrijk punt bij dit soort onderzoeken is het effect van zogenaamde ‘sociaal wenselijke antwoorden’ op de resultaten van het onderzoek. Juist op een moment dat indringende campagnes gevoerd worden hebben mensen de neiging conform de publiek geaccepteerde mening te antwoorden. Er zijn (gebrekkige) vraagmethoden waarmee dit effect voor een gedeelte kan worden gecompenseerd. Het is onduidelijk uit het rapport of dit hier is gebeurd. Als dat effect er niet uit is gefilterd dan zal dit een overschatting van de cijfers te zien geven. Het werkelijke aantal zal dan lager zijn.