‘Kinderen van rokende ouders zijn lastiger’
In het juli/augustusnummer van het maandblad Psychologie wordt een onderzoek van het Children’s Hospital uit Cincinnati geciteerd waaruit zou blijken dat meerokende kinderen lastiger zijn dan niet meerokende kinderen. Het onderzoek rammelt aan alle kanten maar de redactie doet alsof de resultaten van het onderzoek staan als een huis.
Wij schreven een ingezonden brief naar de redactie en maanden hen in de toekomst voorzichtiger te zijn.
Beste redactie,
Vol verbazing hebben wij uw korte bericht in het juli/augustusnummer van Psychologie gelezen waarin een onderzoek uit Cincinnati wordt geciteerd waaruit zou blijken dat meerokende kinderen lastiger zijn dan niet meerokende kinderen. Dit bericht toont weer eens aan hoe kritiekloos de media omgaan met wetenschappelijke berichten die vooral politiek geinspireerd zijn.
Zeker als het gaat om roken zouden de media erg voorzichtig moeten zijn met het klakkeloos overnemen van berichten van Amerikaanse onderzoeken. De meeste van die onderzoeken lijden namelijk onder een verschijnsel dat ‘Publication Bias’ genoemd wordt: de (financiële) belangen die met dit soort onderzoek gemoeid zijn bepalen de uitslag. In bijna al deze onderzoeken ligt de uitkomst vooraf vast en worden alleen de gegevens erbij gezocht die de stelling moeten ondersteunen. Dit is niet puur wetenschappelijk onderzoek, maar ‘junk science’.
Als je inhoudelijk naar het onderzoek kijkt zie je ook, wanneer je een beetje thuis bent in dit soort onderzoek, meteen een aantal tekortkomingen. In de eerste plaats wordt er van uitgegaan dat de stof cotinine een ‘marker’ is voor de hoeveelheid blootstelling aan tabaksrook. De onderzoekers stellen zelf in hun rapport al dat het ‘de best beschikbare’ meeteenheid is om die blootstelling te meten. Wat verzwegen wordt is dat cotinine ook door het eten van populair voedsel in het lichaam komt: aardappelen, tomaten en andere nachtschadeachtigen. Cotinine mag dan de beste ‘marker’ zijn, het wil niet zeggen dat hij betrouwbaar is. Typisch is ook dat in het onderzoek de eetgewoonten niet zijn betrokken, waardoor deze factor niet werd geelimineerd.
Het ligt voor de hand dat gezinnen in de lagere milieu’s (waar het meest gerookt wordt) ook meer klassiek voedsel als aardappelen zullen eten. De onderzoekers merken wat dat betreft zelf ook al op: “In the United States, about 25 percent of children are exposed to environmental tobacco smoke in their own homes, yet more than 50 percent of children have detectable levels of cotinine in their blood”. Dat geeft al aan dat de hoeveelheid cotinine ook door een groot aantal andere factoren bepaald wordt. En dat is zeker niet een rokerige kroeg, want daar komen deze 5-11 jarigen niet.
Een ander citaat uit het persbericht:
“The greater the exposure to tobacco smoke, the greater the problems these children had,” says Dr. Yolton. “Behavior problems in children have increased from 7 to 18 percent over the last 20 years for reasons that are poorly understood. Exposure to environmental tobacco smoke is increasingly recognized as a risk factor for child behavior problems.”
Dat is een steling die zichzelf tegenspreekt. De afgelopen 20 jaar is roken steeds verder teruggedrongen. Je zou dan verwachten dat, als het aan het meeroken lag, deze problemen bij kinderen juist minder zouden worden. Maar het is juist méér geworden! In de wetenschap noemt men dit het ‘dose-response effect’: hoe meer blootstelling, hoe groter de negatieve gevolgen. Uit zijn opmerking blijkt het precies andersom te liggen!
Typisch is ook altijd de toon waarin dit soort berichten de wereld worden gestuurd. Ze zitten altijd vol ‘weasel words’ als ‘could’, ‘maybe”, ‘probably’, enzovoorts. Doel daarvan is om een slag om de arm te houden, mochten er gegronde kritieken op het onderzoek komen. Het geeft in ieder geval aan dat men zelf niet eens zo zeker is over de resultaten. We zien dat al in de eerste regel van het persbericht:
“While the study examined 5- to 11-year-olds with asthma, the findings most likely could be extrapolated to include children without asthma who “act out” or experience depression and anxiety, according to Kimberly Yolton, PhD, a researcher at the Cincinnati Children’s Environmental Health Center and the study’s main author”.
Inderdaad, je kunt je twijfels hebben bij het feit of de resultaten bij astmatische kinderen wel gelijk zouden zijn aan die bij volkomen gezonde kinderen…
Wij zouden de redactie willen vragen in de toekomst wat kritischer te zijn bij het herpubliceren van wat niet meer is dan anti-rokenpropaganda. Propaganda die gedreven wordt door belangen van organisaties en bedrijven en niet door de wens om objectieve wetenschap te bedrijven.
Persbericht kinderziekenhuis
Publicatie ingezonden brief op Psychologie website