Dit bracht prof.dr. J. Galama gisteren naar voren bij de aanvaarding van het hoogleraarschap virologie aan de Katholieke Universiteit Nijmegen.
Galama heeft met name onderzoek gedaan naar het mazelenvirus en de enterovirussen, waartoe onder meer het poliovirus behoort. Hij noemt het opmerkelijk dat het poliovirus pas tot kinderverlamming leidde op het moment dat eind 19e eeuw de hygiëne enorm toenam.
Antistoffen
"Uit onderzoek is gebleken dat onder onhygiënische toestanden zuigelingen al kort na de geboorte met poliovirus besmet werden. De baby’s waren beschermd met antistoffen van de moeder, waardoor het virus alleen een darminfectie veroorzaakte. Hierdoor ontstond een natuurlijke bescherming tegen het virus. Met de toegenomen hygiëne werden kinderen pas op latere leeftijd besmet waardoor de infectie veel ernstiger verliep en verlammingen kon veroorzaken", aldus een uitleg van Galama.
Volgens zijn analyse zou het enterovirus het afweersysteem in de war schoppen en op die manier bijdragen aan het ontstaan van auto-immuunziekten zoals diabetes. "Dat kan onmogelijk komen door een toename van het aantal enteroinfecties, temeer daar diabetes het meest voorkomt in Zweden en Finland, landen met de hoogste hygiënische standaard. Je kunt je dan ook afvragen of niet het omgekeerde het geval is. Door de toegenomen preventie en hygiëne krijgt het enterovirus juist makkelijker de kans om de afweer in de war te sturen."
Ook wijst de virus-deskundige op de relatie tussen het verdwijnen van het mazelenvirus en tal van verschillende ziekten: "Zodra mazelen niet meer voorkomen lijken immunologische ziekten als allergie en hooikoorts toe te nemen."
Het terughalen van infectieziekten om het immuunsysteem opnieuw weerbaar te maken is naar zeggen van Galama ondenkbaar en bovendien onnodig. Hij ziet een
oplossing in het ontwikkelen van genetisch aangepast materiaal dat hetzelfde doet als een ziekte.