Het rookverbod schaadt de horeca
Het volgende artikel van de hand van Forces Nederland verscheen vandaag in de Volkskrant:
Dat vandaag het rookverbod voor de horeca ingaat, weet inmiddels iedereen. Minder bekend is dat vandaag ook een kort geding dient van een groep van zo’n 400 kleine horecaondernemers tegen datzelfde rookverbod.
Wiel Maessen1 juli 2008, 0:01
Allen zijn er, in tegenstelling tot minister Klink, van overtuigd dat de maatregel grote schade toebrengt aan de kleine horecabedrijfjes. Ervaringen in het buitenland bewijzen dit.
In Schotland zijn sinds de invoering van het rookverbod, twee jaar geleden, vierhonderd pubs ten onder gegaan. Dat is twee keer zo veel als de Schotse horeca-organisatie vooraf voorspelde. In Engeland gaan vier pubs per dag failliet! Belangrijkste reden volgens de horeca-organisaties: het rookverbod. In Ierland is voor het eerst in de geschiedenis de verkoop van bier in de supermarkten hoger dan in de pubs. De meeste rokers drinken nu thuis. De horeca-organisatie in Wales meldt dat vele pubs gaan sluiten, anderen zullen alleen nog in de weekends open zijn.
Denemarken meldt een toename van de bierverkoop met 8 procent na het rookverbod. Wat daar niet bij wordt vermeld, is dat in cafés kleiner dan 40 vierkante meter, waar geen rookverbod geldt, de omzet met 30 procent is gestegen. In Duitsland daalde het eerste kwartaal van het rookverbod de omzet in de kroegen met 4,5 procent. In België zijn café’s onder de 50 vierkante meter uitgezonderd, waardoor de schade meevalt.
Geen schade?
Ondanks al deze signalen uit ons omringende landen beweert de minister nog steeds dat er geen schade te verwachten is of dat het na een jaar wel beter wordt. De ervaringen in het buitenland, zoals gerapporteerd door de daar actieve horecaorganisaties, wijzen duidelijk in een andere richting.
Hoe komt dat toch zo? Waar haalt de minister dan zijn informatie vandaan?
Het antwoord is simpel: uit de antirooklobby. De met deze informatie conflicterende berichten worden door de minister volledig genegeerd, zoals trouwens ook de belangengroepen voor rokers en kleine horecabedrijven. Stivoro is kind aan huis bij het ministerie, met minimaal eens per maand een overleg met de ambtenaren van de minister. Die antirooklobby, op zijn beurt, is meer een slager die eigen vlees keurt en, met veel geld (onder andere van de farmaceutische nicotine-industrie), onderzoeken uitbrengt die speciaal zijn uitgevoerd om de eigen beweringen te staven.
Een goed voorbeeld daarvan is een groot aantal onderzoeken dat de laatste tijd door de antirooklobby is gepubliceerd over de afname van het aantal opnames voor hartaanvallen in ziekenhuizen in regio’s waar een rookverbod was ingevoerd. In New York was dit aantal na de invoering van het rookverbod met 8 procent gedaald, meldde de antirooklobby.
Wat ze er niet bij vertelden – en dat toont dr. Michael Siegel van de Universiteit van Boston (VS) op zijn weblog keihard aan – is dat in staten zonder rookverbod, zoals Nevada en South Carolina, die aantallen met 25 procent en 12 procent waren gedaald.
Eerst de conclusie
Is de afwezigheid van een rookverbod dan misschien niet beter voor de afname van het aantal hartaanvallen? Dat zou men met de antirooklobbylogica wel gaan geloven. Soortgelijke onderzoeken vonden plaats in Piemonte in Italië, in een paar uiterst kleine plaatsjes in de VS en in Schotland. Van al deze onderzoeken toont Siegel, een ervaren antirookonderzoeker, aan dat ze niets anders zijn dan krenten uit de pap halen: je formuleert eerst je conclusie en zoekt daarna de regio, de ziekenhuizen en/of periode uit waar de gegevens dat bewijzen.
Datzelfde cherry-picken zie je ook bij de horecaschade-onderzoeken. Van de 106 onderzoeken die ooit in Australië werden geanalyseerd bleken de onderzoeken die gefinancieerd waren door pro-rookverbodorganisaties nooit een negatief resultaat aan te tonen, terwijl die door de tabakslobby werden betaald of uitgevoerd bijna altijd een negatief effect lieten zien en dat die van de horecaorganisaties – de enige die echt de waarheid zoeken en niet hun gelijk willen bewijzen – in bijna alle gevallen een negatief effect laten zien. Minister Klink bouwt zijn bewering dat het geen schade oplevert alleen op onderzoeken uit de eerste categorie.
Meeroken
En dan hebben we het nog niet over de onderzoeken die zouden bewijzen dat meeroken schadelijk is. De meest betrouwbare onderzoeken daarover laten geen noemenswaardige schade door meeroken zien. Ook hier zie je dat onderzoeken gefinancierd door anti-rookorganisaties en de nicotine-industrie altijd op veel hogere risico’s uitkomen dan studies van objectiever organisaties. De farmaceutische industrie investeerde in het verleden minimaal 250 miljoen dollar in onderzoeken die moesten bewijzen dat meeroken gevaarlijk was, in antirookorganisaties en in het belonen van Amerikaanse counties die een antirookbeleid voerden.
Het is een schande dat het ministerie zich vooral laat leiden door de anti-rokenlobby en niet kritisch staat tegenover de door hun geleverde informatie. De ‘tegenpartij’ heeft geen enkele toegang tot het ministerie. De tabaksindustrie is monddood gemaakt en organisaties van rokers worden niet serieus genomen.