Op deze pagina worden een aantal tabellen gepresenteerd die afkomstig zijn uit het in 1999, na veel treuzelen, gepresenteerde onderzoek van de Wereld Gezondheids Organisatie (WHO). Deze tabellen tonen voldoende aan waarom de aarzeling terecht was.
WHO cares? Een ontboezemend artikel over de Wereldgezondheidsorganisatie in het Amerikaanse tijdschrift Reason verhaalt over corruptie, bureaucratie, de gerichtheid op westerse waarden als roken en veiligheidsgordels: Paul Dietrich was visiting Mozambique’s capital city, Maputo, during its civil war in 1984, when an educational billboard taught him a lesson he never forgot. Tijdens een rit per landrover zag hij een billboard dat de lokale bevolking, die zich hooguit per os voortbewoog, opriep veiligheidsgordels te dragen. Dietrich publicly and repeatedly complained that WHO was a bureaucracy for bureaucracy’s sake, mired in useless statement-making and conference-giving. He thought it focused too much on First World concerns — such as seatbelt campaigns and smoking — and not enough on the developing world’s sick and poor. Deze actie werd hem niet in dank afgenomen: For his troubles, Dietrich became the target of a WHO-sponsored investigator who dug into his and his wife’s background, finances, and politics. Dietrich only learned of the investigation when a mole in WHO’s Geneva headquarters faxed him a copy of the final report. Lees over de methoden van de inspirator van organisaties als Stivoro en CAN en, niet te vergeten, Minister Borst…..
Laagste en hoogste waarden (CI: Confidence Interval) geven de grenzen aan van het gebied waarvan met 95% zekerheid kan worden aangegeven dat de echte waarde daartussen ligt. Indien de RR-waarde van 1 binnen dit gebied ligt is enig verband statistisch gezien totaal niet significant, aangezien dan dus ook géén of een positief effect mogelijk is.
Table 2. Odds ratios of lung cancer from exposure to environmental tobacco smoke during childhood
All subjects*
Women*
Case subjects
Control subjects
OR
95% CI
P for trend†
Case subjects
Control subjects
OR
95% CI
P for trend†
Ever exposed
No
252
496
1.00
Referent
187
295
1.00
Referent
Yes
389
1021
0.78
0.64–0.96
314
700
0.77
0.61–0.98
Missing values
9
25
8
16
No. of smokers in household
None
252
496
1.00
Referent
187
295
1.00
Referent
1
305
750
0.80
0.64–0.99
243
528
0.76
0.59–0.98
2
52
191
0.63
0.44–0.90
43
117
0.69
0.46–1.04
>=3
32
80
1.05
0.65–1.70
.24
28
55
1.13
0.67–1.91
.54
Missing values
9
25
8
16
Cumulative exposure (weighted smoker-years)
0
252
496
1.00
Referent
187
295
1.00
Referent
0.1–14.0
248
582
0.83
0.66–1.04
193
394
0.78
0.60–1.02
14.1–18.0
104
332
0.68
0.51–0.92
93
239
0.73
0.53–1.02
>=18.1
37
107
0.80
0.51–1.24
.02
28
67
0.90
0.54–1.50
.10
Missing values
9
25
8
16
* OR 4 odds ratio adjusted for age and sex–center interaction; CI 4 confidence interval. † Two-tailed P value of test for linear trend.
Relevante getallen zijn in blauw aangegeven.
Aantal rokers in het huishouden 1= 1 roker, 2= 2 rokers, 3= 3 of meer
Aantal jaren blootstelling 1= 0.1 tot 14, 2= 14.1 tot 18, 3= Meer dan 18
Het WHO onderzoek lijkt dus meer te duiden op positieve effecten van meeroken in de kinderleeftijd (RR<1) dan op nadelige! Andere onderzoeken lijken in diezelfde richting te wijzen.
Table 3. Odds ratios of lung cancer from exposure to environment tobacco smoke from the spouse (inwonende familieleden)
All subjects*
Women*
Case subjects
Control subjects
OR
95% CI
P for trend†
Case subjects
Control subjects
OR
95% CI
P for trend†
Ever exposed
No
305
838
1.00
Referent
187
376
1.00
Referent
Yes
344
700
1.16
0.93–1.44
321
632
1.11
0.88–1.39
Missing values
1
4
1
3
Duration of exposure (in years)
Unexposed
305
838
1.00
Referent
187
376
1.00
Referent
1–34
223
498
1.05
0.83–1.33
202
439
0.99
0.77–1.27
35–42
65
103
0.63
0.12–2.37
64
98
1.57
1.06–2.31
≥43
38
80
1.07
0.68–1.68
.10
37
76
1.05
0.66–1.68
.19
Missing values
19
23
19
22
Duration of exposure (hours/day × years)
Unexposed
297
778
1.00
Referent
181
327
1.00
Referent
1–135
165
396
0.90
0.70–1.16
146
348
0.80
0.61–1.06
136–223
44
81
1.20
0.78–1.85
42
75
1.12
0.72–1.74
≥224
41
53
1.80
1.12–2.90
.02
41
52
1.70
1.05–2.75
.03
Missing values
103
234
99
209
Average exposure (cigarettes/day)
Unexposed
297
778
1.00
Referent
181
327
1.00
Referent
0.1–10.0
206
411
1.10
0.86–1.40
184
360
1.00
0.77–1.31
10.1–18.0
25
83
0.58
0.35–0.90
25
79
0.57
0.34–0.93
≥18.1
35
55
1.37
0.85–2.20
.88
35
52
1.34
0.83–2.17
.97
Missing values
87
215
84
193
Cumulative exposure (pack-years)
Unexposed
297
778
1.00
Referent
181
327
1.00
Referent
0.1–13.0
188
411
1.00
0.78–1.28
167
358
0.91
0.70–1.19
13.1–23.0
36
83
0.89
0.57–1.39
35
78
0.83
0.52–1.30
≥23.1
42
55
1.64
1.04–2.59
.09
42
55
1.54
0.97–2.44
.15
Missing values
87
215
84
193
*OR = odds ratio adjusted for age and sex–center interaction; CI = confidence interval.
†Two-tailed P value of test for linear trend.
Blauw is géén statistisch significant effect
Groen is voordelig effect
Rood statistisch significant effect
Table 4. Odds ratios of lung cancer from exposure to environmental tobacco smoke at the workplace
All subjects*
Women*
Case subjects
Control subjects
OR
95% CI
P for trend†
Case subjects
Control subjects
OR
95% CI
P for trend†
Ever exposed
No
276
687
1.00
Referent
240
535
1.00
Referent
Yes
374
855
1.17
0.9–1.45
269
476
1.19
0.94–1.51
Missing values
0
0
0
0
Duration of exposure (in years)
Unexposed
276
687
1.00
Referent
240
535
1.00
Referent
1–29
278
634
1.15
0.91–1.44
211
399
1.14
0.89-1.47
30–38
55
129
1.26
0.85-1.85
37
47
1.50
0.93-2.43
>=39
39
91
1.19
0.76-1.86
.21
20
29
1.24
0.67-2.28
.19
Missing values
2
1
1
1
Duration of exposure (level‡ × hours/ day × years)
Unexposed
276
687
1.00
Referent
240
535
1.00
Referent
0.1–46.1
196
525
0.97
0.76–1.25
148
316
1.03
0.78–1.36
46.2–88.9
47
105
1.41
0.93–2.12
26
54
1.08
0.65–1.81
>=89.0
48
71
2.07
1.33–3.21
.01
30
33
1.87
1.10–3.20
.03
Missing values
83
154
65
73
* OR = odds ratio adjusted for age and sex–center interaction; CI = confidence interval. † Two-tailed P value of test for linear trend.
Relevante getallen zijn in blauw aangegeven. Rood is statistisch significant.
Aantal jaren blootgesteld
Idem in nivo*uren per dag * jaren
Conclusie: Alleen in het ergste geval valt er een zwak statistisch relevant risico te onderscheiden. In alle andere gevallen KAN er zelfs sprake zijn van voordelige effecten.
Steekproefgrootte
Wat ook hier weer, evenals bij de onderzoeken naar niet-rokende vrouwen van rokers, opvalt is de lagere RR bij grotere steekproef-groottes:
De hogere RR’s worden gemeten in de kleine steekproeven. Grotere steekproeven liggen dichter bij de werkelijke grootte van de populatie. De ultra-hoge RR ligt in een van de de kleine steekproeven.
Het argument van de WHO dat het onderzoek geen verband kon bewijzen omdat de steekproef te klein was lijkt dus geen hout te snijden: bij een grotere steekproef zouden ze waarschijnlijk een kleinere RR hebben gevonden, dus NOG minder bewijs voor een verband tussen meeroken en longkanker….