Dit artikel geeft voor elf provincies en de vier grote steden een beeld van bepaalde aspecten van de gezondheidstoestand, leefstijl en de medische consumptie van de Nederlandse bevolking.
Samenvoeging van de gegevens van de gezondheidsenquête over de jaren 1992 t/m 1995.
In grote lijnen bevestigen de recente gegevens het patroon zoals dit ook in de periodes 1981/1984 (in publ. Mrt 1986) , 1985/1988 (in publ. Jan 1990) en 1989/1992 (in publ. Nov 1993) werd waargenomen.
Opmerking: door toegepaste correctie zijn de regionale verschillen in leeftijd en geslacht opgeheven.
Conclusie (zie ook laatste grafiek):
Vergeleken met het landelijk gemiddelde is er in het noorden van het land – ten aanzien van de onderzochte gezondheidsindicatoren – een betere gezondheidstoestand waargenomen en een wat lagere medische consumptie, dit in tegenstelling met het hogere percentage rokers, maar wel lage percentage alcoholgebruik.
Zeeland heeft een laag gemiddelde voor de gezondheidstoestand, maar heeft daarentegen toch een zeer laag percentage rokers, alsmede een zeer laag percentage alcoholgebruik. Dit geldt in iets mindere mate ook voor Zuid-Holland.
In de provincies Utrecht en Noord-Holland is de medische consumptie hoger dan gemiddeld, terwijl het percentage rokers in beide provincies op het landelijk gemiddelde zit. In Noord-Holland heeft men wel een hoger alcoholgebruik.
In de steden Amsterdam, Rotterdam en Utrecht is, ondanks de er sprake is van een relatief slechtere gezondheidstoestand, hoog percentage rokers en hoog alcoholgebruik, sprake van een relatief lagere medische consumptie.
Noord-Brabant en Limburg springen er duidelijk uit voor wat het hogere alcoholgebruik betreft en Noord-Brabant heeft daarbij een hoog percentage rokers. De gezondheidstoestand voor Noord-Brabant ligt daarentegen op het landelijk gemiddelde, terwijl de gezondheidstoestand voor Limburg duidelijk lager ligt.
Toelichting
De laatste grafiek, het resultaat van een zogenaamde Correspondentieanalyse, vat de eerste drie in één plaatje samen. De afstanden tussen de verschillende punten geven de overeenkomsten tussen een categorie en een provincie/stad aan. De dimensies (DIM1 en DIM2), resultaat van de gevolgde analyse, zijn fictief en niet interessant.
Zo zijn Den Haag, de stad Utrecht en Drente typische rokersgebieden en wordt in Noord-Holland, Amsterdam en Noord-Brabant relatief veel alcohol gedronken. De provincie Zeeland en de stad Rotterdam maken relatief veel gebruik van gezondheidsfaciliteiten.
Uitgaande van een provincie of stad zijn er ook interessante conclusies te trekken:
- De provincie Groningen kent veel rokers en weinig drinkers maar maakt relatief weinig gebruik van de gezondheidszorg.
- Noord-Brabant, een notoire drinkersprovincie, maakt tóch weinig gebruik van de gezondheidszorg.
- Limburg, qua afstand vanaf drinken ongeveer vergelijkbaar met Noord-Brabant, maakt iets meer gebruik van de gezondheidsvoorzieningen.
- Het leven in een grote stad lijkt ook geen invloed te hebben op de positie ten opzichte van de drie factoren: de steden liggen aardig verspreid over de grafiek.
Zeeland blijkt een heel erg typisch geval. Door haar christelijke moraal ligt de province qua afstand ver van drinken en roken, maar wel dicht bij de gezondheidszorg. Veel dichter dan bijvoorbeeld een stad als Den Haag die zich relatief zwart rookt maar veel verder van de gezondheidscategorie afligt.
Belangrijkste argument dat wij als rokersorganisatie uit deze CBS cijfers kunnen afleiden is dat de uitspraak die door het Ministerie van VWS en een anti-rokersgroep als CAN vaak wordt gebezigd, namelijk dat rokers relatief vaak ziek zijn en dus vaker gebruik maken van de gezondheidsfaciliteiten, niet door de cijfers worden ondersteund.
Er lijkt weinig verband te zijn tussen roken en drinken enerzijds en het gebruik van gezondheidsvoorzieningen anderzijds. Wat wel de verschillen tussen de provincies en steden bepaalt is een mooie opgave voor het RIVM of andere onderzoeksinstituten.