Topeconoom verwijst VWS-onderzoeken naar de prullenbak
Twee onderzoeken die door Minister Klink in de Tweede Kamer werden vermeld als hét bewijs dat er geen schade aan de horeca wordt aangericht door het rookverbod zijn in een rapport door SEO-econoom Jules Theeuwes kritisch bekeken.
In het rapport komt hij tot de conclusie dat beide, buitenlandse rapporten die door VWS worden opgevoerd helemaal geen bewijs vormen voor die bewering.
Uit de inhoud van dit rapport kunnen wij alleen maar concluderen dat de minister de Kamer heeft misleid.
Het doel van dit rapport is om te evalueren of er voldoende wetenschappelijke basis is om naar aanleiding van de twee onderzoeken uit de Nota van Toelichting bij het Besluit uitvoering rookvrije werplek, horeca en andere werkruimten, te concluderen dat het rookvrij maken van de horeca geen negatieve effecten heeft op de omzet of de werkgelegenheid.
Voor beide hier geëvalueerde studies geldt dat de aanpak niet adequaat is om op statistisch verantwoorde wijze uitspraken te doen over de mogelijke bedrijfseconomische effecten van het rookverbod voor de horecabranche. Meer in het bijzonder is de aanpak in de hier geevalueerde artikelen niet geschikt om uitspraken te doen over de bedrijfseconomische gevolgen van de kleine bedrijven in de horecabranche.
Het artikel van Scoffo e.a. is een studie die zich niet richt op de economische effecten maar de vraag probeert te beantwoorden of er een publicatiebias aanwezig is in de studies over de effecten van een rookverbod. Hun studie doet een uitspraak over die bias, en niet over de economische effecten.
We constateren dat de bias die in het artikel van Scoffo e.a. aan de orde is, een tweesnijdend zwaard is. Het verband tussen de aard van de onderzoeksresultaten en de oorsprong van de financiering van het onderzoek geldt zowel voor de tabakslobby als voor de anti-tabakslobby.
Daarenboven geldt voor de onderzoeken die vanuit de tabakslobby worden gefinancierd dat ze vaak bedoeld zijn om argumenten te geven tegen een rookverbod vóór dit verbod wordt ingevoerd. De timing en de inzet van dit soort onderzoeken maakt hen verschillend van artikelen die verschijnen na de invoering van het rookverbod. Beide soorten onderzoeken kunnen dan ook niet langs dezelfde meetlat worden gelegd wat in Scoffo e.a. wel gebeurt.
In het rapport Lifting de smokescreen heeft hoofdstuk 3 de bedrijfseconomische effecten van het rookverbod op de horecabranche als onderwerp. In het eerste deel van het hoofdstuk wordt het onderzoek van Scoffo uitgebreid geciteerd. De commentaar hierboven geldt dus ook voor dit onderdeel van dit hoofdstuk. In het vervolg van het hoofdstuk worden uitspraken gedaan over mogelijke bedrijfeconomische effecten op basis van zeer eenvoudige analyses van de ontwikkelingen in de tijdreeksen van de inkomsten en de werkgelegenheid in de horeca sector in landen en regio’s waar reeds eerder een rookverbod is ingevoerd. Deze analyses zijn te eenvoudig en niet geschikt om betrouwbare uitspraken te doen over de effecten van het rookverbod op de economische situatie van de horecasector. Inkomens in de horecasector kunnen in de loop van de tijd stijgen of dalen onder de invloed van verschillende factoren. Indien geen onderscheid wordt gemaakt tussen de invloed van deze factoren los van de invloed van een rookverbod kan niets zinnigs worden gezegd over de bedrijfseconomische gevolgen van een rookverbod. In hoofdstuk 3 wordt dit onderscheid niet gemaakt. Het hoofdstuk sluit af met beschouwingen over de ontwikkelingen in het alcoholgebruik en het aantal horecagelegenheden in een aantal landen van Europa. Ook deze beschouwingen zeggen niets over de mogelijke bedrijfseconomische effecten van de invoering van een rookverbod in de horecabranche.
volledige rapport (ingediend tijdens kort geding)