‘Ambtenaren werken ministers tegen’
We hebben op deze site al vaker geklaagd over de onevenredig grote invloed die de ‘derde macht’, het ambtenarenkorps, heeft op de ministers. Dat bleek duidelijk bij de totstandkoming van de tabakswet, waarbij uiteindelijk een rigide versie verscheen die allesbehalve leek op wat je van een VVD-minister mag verwachten. De minister, geen kenner op het gebied van Volksgezondheid, dreef vooral op zijn ambtenaren en niet op zijn politieke overtuigingen.
In Elsevier wordt nu gemeld dat CDA’er Verhagen zich te weer wil gaan stellen tegen deze invloeden…
Ambtenaren werken het kabinet tegen volgens CDA-fractieleider Verhagen. Alleen krachtige ministers met keiharde politieke wilskracht kunnen het ambtenarenverzet breken
Eric Vrijsen
CDA-fractieleider Maxime Verhagen is de eerste die namens de coalitie klaagt over ambtelijke tegenwerking. De rechtse koers van het kabinet-Balkenende II dreigt te smoren in de nog altijd door paarse denkbeelden gedomineerde bureaucratie. Verhagen wijst vooral op de taaie onwil op de ministeries van Justitie en Volksgezondheid.
Beleidsmedewerkers beweren altijd dat ze loyaal zijn aan hun politieke baas. In feite zijn ze niet deloyaal, maar ze kunnen het hun minister stiekem lastig maken. Om een politiek voornemen te frustreren, vinden ze altijd een argument. Op nummer 1: ‘In strijd met Europese regels.’ Op 2: ‘In strijd met de privacy.’ En op nummer 3 in het smoezenboek: ‘Dat kan niet. Dat is onuitvoerbaar.’
Een krachtige minister weet zijn ambtenaren te overreden. Als hij zijn programma goed heeft doordacht, kan hij de bureaucratische tegenargumenten weerspreken en ze gebruiken om de eigen argumentatie aan te scherpen. Zo hoort het ook te gaan, want ambtenaren behoren géén jaknikkers te zijn. Ze moeten intern meedenken met hun baas, extern hun mond houden en ze mogen er geen eigen politieke agenda op nahouden.
Verhagen suggereert dat zijn fractie vooral initiatiefwetsvoorstellen wil indienen om de ambtelijke macht te omzeilen. Zo werkt dat niet. Een kamerlid dat zelf een wetsontwerp schrijft, heeft de hulp nodig van de wetgevingsjuristen op de ministeries. Er zijn voorbeelden dat zij het kamerlid bewerken met tegenwerpingen en hem krachtig ontraden om met wetgeving te komen. Het bewijst dat de ambtelijke guerrilla zich niet met een foefje laat beteugelen. Het enige wat helpt, is keiharde politieke wilskracht.
Bron: Elsevier