Vakantieverhaal
Regelmatig reis ik per TGV, ook onlangs weer toen ik van de Azurenkust naar Brussel terugkeerde. Uiteraard zorg ik er steeds voor om een rokersplekje te reserveren, niet onbelangrijk als je ettelijke uren op zo’n trein moet zitten.
Tegenover me zat een dame wier vreemde gedrag me na verloop van tijd ging opvallen. Telkens als ik (of een andere reiziger) een sigaret opstak stond ze op of ging ze op het gangpad rondwandelen. Omdat ik in een rokerscoupé zat en me dus van geen kwaad bewust was duurde het even voor ik het causale verband tussen (mijn) roken en het verdwijnen van die dame begreep.
Op een gegeven moment sprak ze me er zelf over aan: “Ik kan niet tegen de rook”. Waarop ik natuurlijk antwoordde: “Dat is vervelend, mevrouw, maar u bevindt zich wel degelijk in een rokerscoupé.”
Bleek dat ze geen ander plekje had kunnen reserveren (heel logisch in een trein met 90% niet-rokersplaatsen).
Omdat het hier een wat oudere dame betrof die bovendien niet onvriendelijk was haalde de hoffelijkheid het van de irritatie. Als het een man of een jonge vrouw was geweest had ik hem/haar van harte de tyfus toegewenst, maar in dit geval wilde ik geenszins de beleefdheid laten varen. Ik heb dus geprobeerd om mevrouw geen overlast te bezorgen en ik heb niet meer gerookt en met mij de hele coupé (die van de conversatie had meegenoten) niet meer.
Hieruit blijkt dat:
- Rokers uiterst hoffelijk zijn en
- sommige mensen werkelijk de waanzinnigste dingen voor elkaar krijgen.
Hoe vaak is het me niet overkomen dat ik in een niet-rokenzone was en die uiteraard respecteerde. Dan zwijg ik gewoon en “lijd” ik in stilte. Dat lijkt me maar normaal te zijn.
In de omgekeerde richting gaat het van kwaad naar erger. Je zit in een rokerscoupé waar lieden op weg naar een andere wagon doorheen lopen die dan in het voorbijgaan allerhande onbeschofte opmerkingen maken (ja, je zal echt wel last hebben van die ene seconde dat je door een rokerscoupé loopt!).
Je zit in een restaurant en je let er op om niet te roken als de mensen aan de tafel naast je nog aan het eten zijn. Aan het einde van de (hun) maaltijd veroorloof je je dan eindelijk een sigaret of sigaar en plotseling barst de hel los en word je voor het goorste uitschot gescholden. Enzovoort.
De laatste jaren heb ik de stellige indruk gekregen dat rokers zich meestal uiterst hoffelijk proberen te gedragen, maar dat de anti-rokenfanatici zich aan elementaire beleefdheid geen moer meer denken gelegen te moeten laten liggen. Zo ver is het nu gekomen dat ik zelf zin krijg om me horkerig te gaan gedragen, wat helemaal tegen mijn aard en opvoeding ingaat.
Stoort de rook u? Ik doof graag mijn sigaret. Wil u niet dat ik in uw huis rook? Het spreekt vanzelf dat ik uw woonst niet met tabakswalmen vul. Mij werd beleefdheid bijgebracht en ik laat me daar niet op voorstaan want al die dingen zijn de evidentie zelve.
Maar kan u dan misschien ook zelf wat manieren aan de dag leggen en zou het wellicht mogelijk zijn dat u zich in de -steeds inkrimpende- rokersruimten onthoudt van verontwaardigd, moralistisch, onnozel en vooral schofterig gedrag!?