Brief van een conducteur
Ook vanuit de NS begint er protest te komen tegen de alleszins betuttelende en voor een groot deel van de reizigers uitermate discriminerende maatregel die roken per 1 januari 2004 volledig uitbant in de trein
Hier de reactie van een man uit de praktijk, een conducteur, die goed inziet dat deze wettelijke maatregel onwenselijk en ook praktisch onuitvoerbaar is.
Directie
t.a.v. dr.ir. A.W. Veenman
Postbus 2025
3500 HA Utrecht
Betreft: NS en tabakswet, uw kenmerk Dir/AV/2003/63, t.a.v. dhr. Wurtz (SRB) en Van den Berg (FNV).
Geachte heer Veenman,
Als één van degene die de huidige actie tegen het anti-rookbeleid van de NS heeft geïnitieerd en als één van de vele conducteurs die met dit beleid te maken gaat krijgen ben ik in het bezit gekomen van de brief die u heeft gezonden aan de heren Wurtz (SRB) en Van den Berg (FNV). Ik zie mij dan ook, vanwege de inhoud van uw brief, genoodzaakt te reageren.
Voordat ik in ga op de inhoud van uw antwoord wil ik hier alvast duidelijk maken dat ik zelf geen “gewone” roker ben, ik hou van een lekkere sigaar met een lekker glas whisky op zijn tijd. Sigaretten zijn aan mij niet (meer) besteed.
In uw brief stelt u dat de samenleving is veranderd en dat steeds meer mensen niet roken.
Om te beginnen wil ik hierop reageren. Het percentage van rokers is de afgelopen 10 jaar praktisch ongewijzigd gebleven en blijven steken op rond de 30%.
Vervolgens stelt u in dezelfde alinea dat 85% van de treinstellen/treinen rookvrije ruimtes heeft.
Dit moet ik, als praktijk man, weerleggen. De treinstellen waarin ik dienst doe – ICM, mDDM, DDAR, DDM, mat.”64, DD-IRM, V-IRM en Sprinter – kent tot op de dag van vandaag een rookvrij gedeelte van gemiddeld 75%. Graag zou ik van u willen vernemen waar het getal van 85% op is gebaseerd.
In dezelfde alinea kondigt u aan dat er speciale rookzones worden ingericht op de stations.
Het is een utopie om te denken dat rokende en wachtende reizigers zich iets gelegen zullen laten liggen aan deze uitermate irritante en betuttelende maatregel. In dit geval wijs ik op het algehele rookverbod op Schiphol Plaza dat met zeer grote regelmaat met voeten wordt getreden en waar niet tegen wordt opgetreden en verder wil ik nog refereren aan een proef met een rookverbod in de stationshal van Amsterdam C.S.. Deze werd na korte tijd weer werd beëindigd omdat handhaving niet uitvoerbaar bleek.
Nog steeds in dezelfde alinea stelt u dat het instellen van een totaal rookverbod in overige openbaar vervoer vormen geen problemen heeft opgeleverd.
NS Reizigers vergelijken met overige openbaar vervoer vormen zoals metro, tram en bus, maar ook NoordNed en Syntus, is appels met peren vergelijken. Het is dan ook een inschattingsfout om te denken dat invoering van een rookverbod, net zoals bij de overige openbaar vervoer vormen, soepel zal verlopen. Reizigers die met dergelijke openbaar vervoer vormen reizen doen dit over het algemeen korter dan 15 tot 20 minuten. Reizigers die kiezen voor de uitermate comfortabele manier van reizen per trein van NS Reizigers, hebben over het algemeen geen andere keus en hebben een gemiddelde reistijd van 30 tot 40 minuten (de forens) of zelfs 1 tot 2 uur in het geval van de gelegenheidsreiziger. Invoering van een rookverbod bij NS Reizigers zal dan ook, gelet op dergelijke reistijden en beperkte keuze mogelijkheden (file of trein), tegen veel meer weerstand aanlopen.
Als laatste reactie op uw brief wil ik even ingaan op de handhaving.
Als praktijkman heb ik de behoefte uw, mijns inziens theoretische, antwoord te nuanceren.
De handhaving, waarvan u vindt dat dit slechts een onderdeel is van de handhaving van de huisregels, gaat naar mijn mening, en naar de mening van vele collega’s, grote problemen opleveren net zoals bij de handhaving van de overige huisregels overigens(voeten op de bank, bevuiling materieel).
Het aanspreken van reizigers op hun gedrag levert nu al met grote regelmaat discussies en soms agressie op (zwartrijders e.d.).
Het uitsluitend aanspreken van reizigers op hun rookgedrag zal in de praktijk onvoldoende blijken, waaruit volgt dat er een proces verbaal uitgeschreven moet worden. Dit zal praktisch onuitvoerbaar blijken en dit betekend weer dat er met grote regelmaat beroep gedaan moet worden op de ondersteuning van Spoorwegpolitie met als gevolg: vertraging.
Gelet op de huidige ondersteuning van de Spoorwegpolitie in het geval van zwartrijders voorzie ik nog meer problemen, want de ervaringen in dezen zijn over het algemeen niet positief te noemen.
Punt is dat uiteindelijk degene waarvoor dit verbod in het leven is geroepen, de niet rokende reiziger, de dupe gaat worden van dit algehele rookverbod want een echte vuist maken zonder, of met slechte, ondersteuning van Spoorwegpolitie kan een conducteur niet.
Mede hierom zou ik u willen verzoeken nog eens goed na te denken over dit verbod. De niet rokende reiziger is naar mijn bescheiden mening beter af met het gegeven dat er een aantal rookzones in de trein zijn waar hij/zij zich niet hoeft op te houden als hij/zij dat niet wil, dan dat hij/zij geconfronteerd wordt met een rokende medepassagier waar niet of nauwelijks tegen opgetreden wordt.
Om af te sluiten wil ik nog even terug naar “de samenleving is veranderd”. Inderdaad, die is veranderd, maar niet ten goede.
De mensen, ofwel de samenleving, pikken het niet langer dat iemand gezag over hen uitoefent. Wetten en andere maatregelen is één (theorie), uitvoering (praktijk) is twee. Wetten en dergelijke worden door de samenleving regelmatig uitgelegd als de zoveelste betuttelende maatregel uit Den Haag en worden snel weer vergeten totdat men ermee in aanvaring komt en dan wordt men opeens agressief (denk aan b.v. zwartrijders).
In dit verband wil ik nog even iets kwijt. 17 jaar geleden kwam ik bij het spoor en de reizigers zeiden nog “u” tegen je en je werd met respect behandeld. Voeten op de bank kwam nauwelijks voor en werden er schielijk afgehaald als de CONDUCTEUR binnenkwam.
In die periode was het ook gebruikelijk dat leidinggevenden en personeel elkaar met U aanspraken, ook in brieven. Waar is de tijd van goede waarden, normen en omgangsvormen toch gebleven? Is dit ook een teken van de, in het nadeel, veranderende samenleving?
Als laatste heb ik nog een puntje van irritatie.
Als conducteur, ofwel frontliner, moet ik weer ervaren dat NS Reizigers – dus ook de NS – nog steeds niets heeft geleerd. Communicatie richting de frontliner, die uiteindelijk toch te maken krijgt met dergelijke wijzigingen in het beleid of andere maatregelen, is nog steeds een ondergeschoven kindje. Ik zou het bijna uit willen schreeuwen. Dames/heren directie en overig leidinggevenden, communiceer in vredesnaam meer en duidelijker richting degenen die zorg moeten dragen voor uitvoering van allerlei maatregelen. Waarom moeten frontliners regelmatig vanuit de media nieuws vernemen die zij eigenlijk van hun werkgever had moeten vernemen??
Hoogachtend,
M.J. van den Bosch.
P.S. Deze brief is niet per post, maar per e-mail aan u verzonden. Kopieën hiervan zijn gezonden aan de in de aanhef genoemde heren