Roken is oorlog
De tijd van ‘roken moet mogen’ en ‘we lossen het samen op’ lijkt voorgoed voorbij. De strijd tussen rokers en niet-rokers is bitter en geen middel wordt geschuwd. Vandaag is het Wereld niet-rokendag. Niet-rokers starten nieuwe acties, rokers proberen er zo min mogelijk op te letten. ‘Het is een oorlogsverklaring aan de roker’.
Een artikel uit de Haagsche Courant.
door Luuk Kortekaas
IJSSELSTEIN – Ritueel gooien de leden van niet-rokersvereniging CAN een stuk of vijftien asbakken naar buiten. ‘Alle asbakken de deur uit’ klinkt het juichend in het sportcentrum van Karl Noten in IJsselstein. Noten, bekend van het televisieprogramma ‘Nederland in beweging’, heeft maar een paar zinnen nodig om zijn weerzin tegen de sigaret uit te drukken: “Mensen weten dat roken slecht is en toch helpt dat niet. We moeten de voordelen van niet-roken benadrukken. Daar komt-ie: ‘Als je niet rookt zie je er veel beter uit en heb je meer seks, en bovendien stink je niet.”
Vandaag is het Wereld niet-rokendag en de hele week al is de niet-rokers-beweging massaal in actie. Gisteren in IJsselstein kreeg oud-minister Els Borst van Volksgezondheid de onderscheiding ‘Niet-roker van het jaar 2002’: een oorkonde, een bos bloemen en een soort Europacup met halfgrote oren. En passant was het de aftrap van de campagne ‘sportkantines natuurlijk rookvrij’.
Wiel Maessen, voorzitter van Forces Nederland, beweging voor en van rokers, is er niet bij. Hij gruwt van dit soort acties. “Het klimaat is verhard, en niet zo’n beetje ook. Dat is veel te zacht gezegd, trouwens. Er is in Nederland sprake van een oorlogsverklaring aan de roker. De anti-rookbeweging is volstrekt compromisloos. Alles wat niet in hun zwart-witverhaal past wordt genegeerd.” Dat het vandaag Wereld niet-rokendag is weet Maessen ook. “Maar ik probeer er zoveel mogelijk langs te kijken, langs die waanzin van de anti-rokengekte. Het is iedere dag wel wat.” Dat laatste klopt wel. Geen dag gaat er voorbij of de bittere strijd tussen rokers en niet-rokers woedt in alle hevigheid, en niet alleen op de werkvloer of het verjaardagsfeest.
De schermutselingen van deze week: Maandag brieste Jeu Claes, voorzitter van Koninklijke Horeca Nederland, tegen het toekomstige rookverbod in de horeca: “Dit kost vijftigduizend banen.” Dinsdag hing de Nederlandse kankerbestrijding ‘de grootste en langste waslijn van Nederland’ in Utrecht op, tegen het roken onder jonge vrouwen met een zwangerschapswens. Woensdag kregen basisschoolleerlingen in Amersfoort prijzen in het kader van de actie ‘Tegengif’. En vandaag gaat de actie tegen roken in speelfilms van start.
Gisteren was het dan de beurt aan Els Borst, die maar wat graag nog eens vertelde over haar gevecht tegen het roken. Borst: “Toen ik minister werd was mijn eerste vraag aan mijn ambtenaren: Wat kan ik het beste doen om de belangrijkste vermijdbare doodsoorzaak terug te brengen? Ze zeiden in koor: hou mensen van het roken af. Het gaat om 23.000 vermijdbare doden per jaar. De doden door alcohol, drieduizend, of drugs, 75 per jaar, vallen daarbij in het niet.”
De bezwaren van de rokers die zich in hun vrijheid beperkt voelen, kent ze. Maar: “Van een heksenjacht of een oorlog tegen de rokers is wat mij betreft geen sprake. Iedere volwassene die voor zichzelf uitmaakt dat hij wil roken moet dat vooral doen, mits anderen er geen last van hebben.” Wel noemt ze ‘wetgeving niet alleen de oplossing. Er moet ook druk zijn vanuit de niet-roker’.
Die druk van de niet-roker is bittere noodzaak, vindt Willem van den Oetelaar, voorzitter van de niet-rokersvereniging CAN. “Wij willen de stem laten horen van de zeventig procent van de Nederlanders die niet roken: twaalf miljoen mensen. Neem het roken in sportkantines: het is toch onzin dat juist in een omgeving waar je voor je gezondheid bent, je geconfronteerd wordt met rokers? En neem het roken in speelfilms: de overheid is aan de ene kant bezig het roken terug te dringen, en ondertussen wordt er in gesubsidieerde films maar op losgerookt.”
Roker Wiel Maessen vindt de laatste actie er een goed voorbeeld van dat Nederland volgens hem aan het doorslaan is. “Dat is toch onzinnig? Het begint op Big Brother te lijken. Wat is de volgende actie? Geen dikke mensen meer in films, omdat dik zijn ongezond is? Ik denk dat de verantwoordelijkheid van de overheid ergens ophoudt.”
De rokers beraden zich op eigen acties. “Zo willen wij de grote rokers uit de historie in het zonnetje zetten, zoals Winston Churchill. En verder willen we wat doen met een lijst van vervelende niet-rokers. Wie? Nou, Mussolini was een niet-roker. En Hitler. Hitler was zelfs een fervent onderdrukker van de roker, dat is niet erg bekend maar wel waar.”
Geen fijnzinnig voorbeeld, dat weet Maessen ook wel. “Maar wij worden constant genegeerd. Er is een filtertje dat tachtig procent van nicotine en teer uit de sigaret kan halen. Geen krant schrijft er over. Er is een veiliger sigaret bedacht. Niemand wil er iets van weten. Het enige wat de niet-rokersbeweging wil is verbieden, verbieden en nog eens verbieden.”
Voorzitter Van den Oetelaar van CAN zegt niemand zijn genot te willen onthouden. “Wie wil roken moet dat vooral doen, dat valt binnen de individuele vrijheid. Maar vrijheid houdt op zodra een ander er last van heeft.” De harde toon van het debat noemt hij ‘een slimme marketingstrategie’ van de rokersbeweging. “Zij spreken zelf altijd van oorlog, hebben het zelf over paria’s. Zij kiezen die rol, dat is hun strategie.”
En Hitler, is dat niet onder de gordel? “Tja. Het zal ongetwijfeld kloppen dat hij niet-roker was. Maar verder kan ik daar niets mee.”
#
© Sijthoff.Pers 2003