Feesttenten rookvrij?!
Stivoro heeft er een goede bondgenoot bijgekregen: Koninklijke Horeca Nederland (KHN). Wat Stivoro niet lukte, is KHN wél gelukt: ook de feesttenten moeten rookvrij worden, wist KHN bij Minister Klink uit te onderhandelen.
Waar gaat dit nog over? Hoeveel dagen in een jaar staat er in een bepaalde plaats in Nederland een tent opgezet om een popfestival o.i.d. onderdak te bieden? Twee of drie dagen? Dus twee of drie dagen in het jaar is een tent waar gerookt mag worden een bedreiging voor de normale lokale horeca? Chapeau, KHN!. Je hebt echt een geweldig succes geboekt in de bescherming van de horeca-organisaties die je via hun contributies nog op de been houden.
Geef je, KHN, op dit moment niet de anti-rokenlobby een geweldige kans om te zeggen: “een tent die aan één kant open is lijkt wel erg op een terras dat aan één kant open is, dus gaan we het roken op een terras maar net zo verbieden?”. De anti-rokenlobby, en in hun kielzog de gewillige overheid die naar niemand anders luistert, neemt vinger na vinger. KHN heeft het nemen van één extra vinger al voor hun verzorgd.
Aan de andere kant laten ze de échte schade gewoon over een deel van de branche komen met een nietszeggende uitspraak als: “gelijke monniken, gelijke kappen”. Alle horeca moet gewoon rookvrij worden. Dat is eerlijk in hun optiek.
Een simplistische kijk op zaken. Op dit moment werken ze in de hand dat de kleinste monniken de grootste kappen op hun kop krijgen…. en daar onder bezwijken. De kleine horeca zal dit voor het grootste deel niet overleven en daarmee gaat de kleinschalige horeca in buurten, dorpen en wijken, opvangplek voor menig eenzaam mens en huiskamer annex ontmoetingsplek, naar de knoppen. Bingo-avonden, dartwedstrijden, biljarten… ach, waar dient dat nu voor?
Een sociale en culturele aderlating is het resultaat.
De verminderde belangstelling voor lokale popfestivals en optredens in kroegen, die van deze ontwikkelingen het gevolg zijn, levert ook tweedehands schade op: bands zullen minder vaak hoeven op te treden. Het aantal festivals en optredens zal verminderen. Wéér een speciale ontmoetingsplek minder en muzikanten die toch echt uit zullen moeten gaan kijken naar een andere baan.
De derdehands schade is er daarna bij de organisaties die de optredens van de bands organiseren. En bij de toeleveranciers van hun instrumenten, versterkers en gitaarsnaren.
Duurbetaalde welzijnswerkers (natuurlijk onder contrôle van de overheid) mogen de puinhopen opruimen en de verkopen van prozac en aanverwante middelen schieten de hoogte in. Kassa voor het rokenlobby-farmaceutisch-overheidskartel.
Maar KHN speelt de vermoorde onschuld: dit is weer een belangrijke overwinning voor de kleine horeca, stelde de kersverse KHN-voorzitter van der Grinten vandaag in DingenDieGebeuren op Radio 1. Voor de rest moet de kleine horeca maar zien of ze het rookverbod overleeft. Aan hun heeft het niet gelegen.
Maar KHN leeft wél met hun mee! Ja, daar hebben de kasteleins, hun vaste gasten en de daarvan afhankelijke mensen écht wat aan!
