De geschiedenis herhaalt zich…
Nadat eerder de tabaksindustrie zich via de WHO probeerde te verdedigen tegen naar haar gevoel onterechte beschuldigingen aan haar adres, herhaalt de geschiedenis zich nu bij het nieuwe doelwit van deze organisatie: de voedingsmiddelenindustrie.
De eermaals oppermachtige tabaksindustrie is inmiddels binnen de WHO verdreven door de farmaceutische lobby, maar de vertegenwoordigers van McDonald’s, Coca Cola en andere genotmiddelenproducenten staan pas aan het begin van dit bijna onwinbare gevecht.
Het volgende hoofdstuk in de machtsstrijd tussen gezondheidsindustrie en genot begint zich steeds duidelijker af te tekenen….
Via wetenschappelijke organisatie
‘Voedingsindustrie zoekt invloed WHO’
ROTTERDAM, 9 JAN. De voedingsindustrie tracht via een wetenschappelijke organisatie het beleid van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) te beïnvloeden. De status van de organisatie wordt daarbij niet openlijk vermeld.
volgens de Britse krant The Guardian blijkt uit een nog vertrouwelijk rapport dat wetenschappers die gelieerd zijn aan het bedrijfsleven als onafhankelijke leden zitting hebben in commissies van de WHO. ,,De gemakkelijke verplaatsing
van deskundigen tussen particuliere bedrijven, universiteiten, de tabaks- en voedingsindustrie en internationale organisaties vormt een bron van
belangenverstrengeling”, aldus bet rapport, dat is geschreven door de Amerikaan Norbert Hirschhorn, die onderzoek doet naar de relatie tussen industrie en gezondheidszorg.
De wereldgezondheidsorganisatie doet dit voorjaar nieuwe aanbevelingen voor gezonde voeding. Daartoe is vorig jaar een voorlopig rapport gepubliceerd, waarin onder meer werd gewaarschuwd voor het toenemende gevaar van vetzucht — vooral onder kinderen in rijke landen als gevolg van het eten van te veel suiker
en vet. De WHO noemt daarbij frisdranken als een van de boosdoeners.
Op het voorlopige rapport konden betrokken organisaties cornmentaar geven (na te
lezen via de website www.who.int),
dat in de slotconclusies zal worden verwerkt. Een van die organisaties is het ILSI, het International Life Sciences Institute. De organisatie presenteert zich als ,,een non-profit, wereldwijde stichting die universiteiten, regeringen, industrie en publieke sector bij elkaar brengt” en die wordt gefinancierd door ,,industrie, regering en stichtingen”.
Maar volgens Hirschhorn is het ILSI in 1978 opgericht door Heinz, Coca-Cola, Pepsi-Cola, General Foods, Kraft (van Philip Morris) en Procter and Gamble. Deze bedrijven zijn ook nog steeds de belangrijkste financiers. Alax Malaspina, vice-voorzitter van de raad van bestuur van Coca-Cola, had tot 1991 de leiding van het ILSI en heeft ervoor gezorgd dat de organisatie als NGO (non-gouvernementele organisatie) toegang had tot de WHO en ‘consultatieve status’ had bij de FAO, de voedsel en landbouworganisatie van de Verenigde Naties. Het ILSI heeft forse kritiek op de voorstellen van de WHO. Zo gaat de gezondheidsorganisatie er van uit dat adverteren (voor bij voorbeeld frisdranken) leidt tot een toename van de consumptie, waardoor het een risico is voor vetzucht. Een wetenschappelijke organisatie van de Europese Unie pleitte daarom dit najaar al voor restricties op voedingsmiddelenreclames — vooral als ze gericht zijn op de jeugd. Ook stelt de WHO dat consumptie van suiker leidt tot caries en tot vetzucht. Verder
beveelt de WHO aan de consumptie van snacks te verminderen.
Volgens het ILSI ontbreken echter de bewijzen voor de door de WHO gelegde relaties tussen consumptie van suiker en snacks, en ziektes als vetzucht en cariës.
De huidige directeur, Eileen Kennedy, erkent in The Guardian dat het ILSI wordt betaald door het bedrijfsleven, maar noemt de organisatie wel
onafhankelijk.
Bron: NRC, 9-1-2003