Prof. dr. George Mann, misschien wel ‘s werelds meest gerespecteerde vetexpert, drukte zich onlangs in het wetenschappelijke tijdschrift Science Magazine kras uit: “Het is merkwaardig dat een verklaring (over de werking van verzadigd vet en cholesterol, red.) die zo overduidelijk onjuist is, zo hardnekkig wordt omarmd en uitgedragen door serieuze wetenschappers, artsen, levensmiddelenproducenten en overheden. De redenen? Trots, winstbejag en een volstrekt gebrek aan kritisch vermogen. Werkelijk interessante ontdekkingen worden stelselmatig genegeerd. Het publiek is de dupe. De vethysterie is de grootste zeepbel in de geschiedenis van de medische wetenschap.” Studies laten zien dat overal waar de vetconsumptie daalt, de bevolking dikker en ongezonder wordt. Mann: “1k vrees dat dat geen toeval is. Dit gigantische voedingsexperiment loopt volledig uit de klauwen.” Tijd derhalve om de ‘grote leugen’ in tien vragen aan het licht te brengen.
Wat denk je van een lekker kalfspasteitje als voorgerecht? Trouwens, wie bedacht eigenlijk dat hysterische gedoe rond vet?
Het begon allemaal met ene meneer Ancel Keys, een Amerikaanse voedingswetenschapper met een zwak voor Italië. Tijdens een vakantie begin jaren vijftig vroeg hij zich af waarom de spaghettivreters zo weinig hartinfarcten kregen. In het dorp waar hij verbleef aten ze toevallig weinig dierlijk vet en Keys riep: Eureka! Dat ze zich een dorp verderop ongans aten aan vette salami en mozzarella en toch nauwelijks hartproblemen kenden, zag hij gemakshalve over het hoofd. Om zijn idee te bewijzen voerde Keys een grootscheeps onderzoek uit. In zeven landen zette hij de consumptie van verzadigd vet af tegen het percentage hartaanvallen. En jawel, zes landen lieten een zwak positief verband zien. Wat Keys verzweeg, was dat hij zijn materiaal zorgvuldig had uitgekozen. Toen Keys aan zijn studie begon, waren er namelijk al 22 landen op soortgelijke wijze onderzocht. En in maar liefst 16 van die 22 landen was er geen, of zelfs een opvallend omgekeerd verband. Zo werd in Zwitserland steeds meer dierlijk vet gegeten, terwijl het aantal hartaanvallen gestaag afnam. Keys zat met die resultaten in z’n maag, maar hij was de moeilijkste niet. Hij besloot de resultaten van zijn voorgangers domweg te negeren. Slechts een handjevol ‘lastige’ wetenschappers uitte na publicatie in het medische vakblad The Lancet kritiek. Tot op de dag van vandaag geldt zijn ‘Zeven Landen Studie’ als solide basis voor ‘magere’ dieet-adviezen.
Vet lekker, dat pasteitje… Maarre dat verhaal van die Keys, daar trapt toch niemand in?
Jawel, want Keys hing dit ‘schoonheidsfoutje’ natuurlijk niet aan de grote klok. Hij verzweeg ook dat hij in twee provincies in Finland, waar ze precies evenveel worst en vette kaas eten, enorme verschillen in het aantal hartproblemen waarnam. Keys was een trendsetter als het gaat om sjoemelen. Wel eens gehoord van de Framingham Heart Study? Dat is een studie die al veertig jaar loopt onder duizenden inwoners van een voorstad van Boston. In de samenvatting van een deelonderzoek schreven de wetenschappers: “leder procent verhoging van het cholesterolgehalte vergroot het risico op een hartinfarct met twee procent.” De Hartstichting verspreidt die boodschap al jaren. Maar wat lezen we als we het héle onderzoeksrapport doorspitten? “Elke daling van het cholesterolgehalte met 1 milligram per deciliter ging gepaard met een 11 procent hoger risico op een dodelijk hartinfarct.” Precies het omgekeerde dus. Mysterieus foutje, niet? Het werd ook nooit rechtgezet. Uffe Ravnskov, een Zweedse onderzoeker en auteur van het boek De Cholestemi Mythe, heeft ook aangetoond dat de grote medische vakbladen vrijwel uitsluitend studies publiceren die de vet-is-gevaarlijk-gedachte ondersteunen. Er zijn net zo veel studies die de theorie onderuithalen, maar die blijven grotendeels onbekend.
Weet je wat ook gevaarlijk is? Droog staan! Schenk eens bij man. Trouwens er is toch een duidelijk verband tussen de hoeveelheid cholesterol in het bloed en de mate van aderverkalking?
Ben je gek? Al sinds 1936 is bekend dat die relatie niet bestaat, behalve voor mensen die lijden aan erfelijke cholesterolverhoging, iets van 0,5 procent van de bevolking. De patholoog Kurt Landé en de biochemicus Warren Sperry van de Universiteit van New York haalden in 1936 een paar honderd lijken open en vergeleken het cholesterolgehalte in het bloed met de mate van aderverkalking. Hoe ze ook naar hun grafiek tuurden, ze konden geen patroon ontdekken. Mensen met hoge cholesterolspiegels hadden schone vaten, mensen met heel lage spiegels waren — letterlijk — hartstikke verstopt en alles daartussenin… geen enkel verband. Dergelijk onderzoek is vaak herhaald, telkens met hetzelfde resultaat. Cardiologen zien dat trouwens dagelijks in bun praktijk. Tachtig procent van de mensen die een hartaanval krijgen, heeft een normale cholesterolspiegel.
Wacht eens even is het niet gewoon zo dat verzadigd vet. dat immers hard wordt bij kamertemperatuur stolt in je bloedvaten?
Nee joh, dat is cafépraat. Heb je wel eens een thermometer in je achterste gehad? Nou, wanneer wees die voor het laatst kamertemperatuur aan? Dat hele begrip ‘dichtslibben’ geeft een verkeerde indruk van wat er eigenlijk gebeurt. Het is niet zo dat het vet uit je kroket gewoon neerslaat tegen de bloedvatwanden. Zo’n plaque waar ze het vaak over hebben, dat is geen klont vet, die bestaat voor een flink deel uit weefsel. Ziek weefsel. Er lopen zelfs bloedvaatjes door om het te voeden. In dat zieke weefsel worden inderdaad stoffen uit het bloed ‘ingebouwd’. Ze hebben er een smakelijke term voor: atheroombrei. Wat daar in zit? Teiltje bij de hand? Bindweefsel, dooie bacteriën en virussen, nog dooiere afweercellen, schuimcellen genoemd, een beetje kalk… en vooral: geoxideerd vet van het meervoudig onverzadigde soort dat de margarinebranche ons onder het credo ‘Goed voor hart en bloedvaten’ probeert aan te smeren.
Nog meer vette onzinAl geruime tijd vermoeden ‘dwarse’ wetenschappers dat er bij volksziekte nummer 1, hart- en vaatziekten dus, andere oorzaken in het spel zijn dan vet en cholesterol. |
Ehhh… linolzuur?
Precies, linolzuur! Van dat spul worden in rap tempo allerlei minder voordelige eigenschappen bekend. Je hebt er dagelijks een beetje van nodig, maar uit studies van onder andere de Universiteit van Boston blijkt dat het in de hoeveelheden die een stevige margarine-eter binnenkrijgt averechts kan werken. Het draagt bij aan het ontstaan van bloedpropjes, veroorzaakt ontstekingen in de vaatwand, het laat het cholesterol oxideren en… Wat zie je ineens wit?
Ik moet geloof ik even naar het toilet… Zo dat lucht op. Hoe komt zo’n, eh, atoombrei daar dan?
Atheroombrei. Goeie vraag. Dat weten ze niet precies, maar onderzoek duidt er al jarenlang op dat er heel andere factoren in het spel zijn dan verzadigd vet en cholesterol. (Zie ook kader, red.)
Toch gaat het er bij mij niet in dat een dagelijks ontbijt met eieren en spek ongevaarlijk voor je hart is. Oh, kijk eens wat een prachtige steak we hier geserveerd krijgen. Botermals, druipend van het vet. Ik voel me nu al schuldig.
Kerel toch, geen paniek, laat het je smaken. Wel eens gehoord van de Masaï? Dat is een nomadenvolk in donker Afrika dat uitsluitend leeft op ongepasteuriseerde volvette melk, boter en vlees. Groente beschouwen ze als veevoer. Die mensen hebben het laagste cholesterolgehalte ter wereld. Hartaanvallen krijgen ze volgens die beroemde vetdeskundige dr. Mann pas als ze in de stad gaan wonen en minder dierlijk vet gaan eten. Laten we deze mooie steak, steen des aanstoots voor de gezondheidsmaffia, nu eens nader onder de loep nemen. Zeker, hij is aardig vet. Ruim 50 procent van dat vet is enkelvoudig onverzadigd, net als olijfolie. Goed voor de bloedvaten, zeggen ook politiek correcte geleerden. Zo’n 45 procent van het vet is verzadigd. Nou niet meteen zo bedremmeld kijken. Dat verzadigde vet bestaat weer voor een groot deel uit stearinezuur, een vetzuur dat geen enkele invloed heeft op het cholesterolprofiel en dat mooi schone energie levert. Verder zit er nog wat palmitine- en laurinezuur in, vetsoorten die weliswaar het cholesterol een beetje kunnen verhogen, maar die ook hebben bewezen allerlei onvoordelige micro-organismen, zelfs het aidsvirus, onschadelijk te maken. De resterende 5 procent wordt geleverd door meervoudig onverzadigde vetzuren, je weet web, het spul dat ze in die niet te verteren halvarines stoppen. Als je alles bij elkaar optelt, kun je niet anders dan vaststellen dat een steak hartstikke goed voor je rikketik is. Hij verhoogt het ‘gunstige’ HDL-chobesterol en verlaagt het ‘ongunstige’ LDL-cholesterol. En als hij van een koe komt die in de wei heeft mogen grazen, levert hij ook nog eens wat vet van het soort omega-3. De Nederlandse onderzoeker Daan Kromhout was een van de eersten die aantoonden dat dat een verdomd goeie motorolie is. Het houdt je hart in het juiste ritme en maakt dat je hersenen naar behoren functioneren.
Oké, stel dat je gelijk hebt, hoe verklaar je dan dat steeds meer mensen plotseling in de kracht van hun leven dood neervallen? Dat moet toch komen door al die karbonades en saucijzenbroodjes?
Wie zegt dat er steeds meer mensen dood neervallen? Dat ben je gaan geloven omdat de anti-vetlobby het onophoudelijk roept. Die overlaadt ons met indrukwekkende kreten als ‘elk kwartier krijgt een Nederlander een hartinfarct’ en ‘iedere twintig minuten sterft er iemand aan hart- en vaatziekten’. Die feiten kloppen, maar toch is het geouwehoer. Waarom? Omdat 90 procent van alle Nederlanders – jij waarschijnlijk ook – relatief probleemvrij een leeftijd van rond de tachtig haalt. Nooit in de geschiedenis werden we met z’n allen zo oud als nu, zegt het Centraal Bureau voor de Statistiek. Mmmm, die kroketten van Kwekkeboom zijn trouwens ook prima te pruimen. Ober! Uiteindelijk moeten we natuurlijk dood. En dan overlijden we heel vaak ‘aan ons hart’, of we nou veel verzadigd vet hebben geconsumeerd of met. De bloedvaten van heel oude mensen zijn nou eenmaal niet meer van elastiek. De alarmerende statistieken waarmee ze jou aan de Becel en de sojaburgers proberen te krijgen, worden voornamelijk gevuld door hoogbejaarde knakkers die in hun volkstuin vredig de geest geven. Wist je trouwens dat oudere mensen langer op deze planeet blijven rondscharrelen naarmate hun cholesterolgehalte hoger is? Leidse onderzoekers toonden dat het eerst aan, later werd het over de hele wereld bevestigd. Veel deskundigen vinden het dan ook misdadig om opa z’n roomboter te ontzeggen en nog misdadiger om oma een dure cholesterolverlager te laten slikken. Jij nog een lik kruidenboter?
Nou wacht nog even. Ik heb vaak gehoord van een studie waarbij Japanners die van huis uit mager eten en veel minder hartproblemen hebben dan wij ook ineens massaal hartverknetteringen krijgen wanneer ze naar Amerika verhuizen en aan de bacon en de hamburgers gaan. Is dat geen bewijs voor het gevaar van vet?
Nee. Je hebt het over The Japanese Migrant Study. Het zoveelste voorbeeld van een studie die verkeerd is geciteerd door de anti-vetlobby. Die onderzoekers protesteerden in alle toonaarden dat hun conclusie werd verkracht, maar ze werden genegeerd. Kijk, hier is een samenvatting van hun studie. “Opvallend was onze vondst dat emigranten die hun Japanse tradities behielden, maar Amerikaans gingen eten, een veel kleiner risico op hartziekten liepen dan emigranten die Amerikaanse tradities adopteerden maar Japans bleven eten.” Zie je het voor je? De ene Japanner zit in kimono en met een potje groene thee binnen handbereik een traditionele maaltijdceremonie af te draaien rond een druipend Happy Meal. Hij krijgt géén hartinfarct. Zijn zwager stresst zich van de beursvloer naar z’n advocaat en van z’n advocaat naar z’n nieuwe vriendin. ‘S Avonds rost hij voor de buis een lading rijst met tofu in z’n mik. Hij bezwijkt wel. Als deze studie al jets zegt, is het wel: `kalm aan, dan breekt het lijntje niet’.
Allemachtig. Maar eh… ga me nou niet vertellen dat je niet dik wordt van vet. Het zwembandje dat er maar niet af wil, heb ik toch echt te danken aan de onweerstaanbare roomboterjus van Joke, mijn vrouw.
Niet persé aan haar jus en ook niet aan haar gehaktballen, speklappen en boerenomeletten. Dik word je als je meer eet dan je verbruikt. Moetje eens kijken hoe snel jij je pens kwijt bent als je voortaan op de fiets naar de kroeg gaat. Maar dat is waarschijnlijk niet de hele waarheid. Uit statistieken blijkt dat mensen braaf hebben geluisterd naar de autoriteiten. Sinds 1960 is de vetconsumptie gestaag gedaald. Het totale aantal ingenomen calorieën bleef gelijk. Je zou dus verwachten dat we met z’n allen slanker en gezonder worden. Maar wat signaleert het CBS? Bijna 50 procent van de Nederlanders is te zwaar. Een zorgwekkend record. Het aantal dodelijke hartinfarcten daalt licht, maar dat komt doordat artsen steeds bedrevener worden in het opvangen van zo’n crisis. Het onderliggende probleem, ‘uitgewoonde’ bloedvaten, neemt nog altijd toe en lijkt zich bovendien op steeds jongere leeftijd te openbaren. Moddervette kids van vijftien jaar lopen al rond met hoge bloeddruk, een begin van ‘ouderdomssuiker’ en andere voorbodes van hartkwalen. Engelse en Zweedse artsen spraken onlangs over een medische tijdbom. Let op. Volgens een groeiende groep wetenschappers komt dat doordat we het officiële voedingsevangelie gehoorzamen en te weinig vet eten.
Iemand die dat al zo’n 25 jaar roept, is de bekende Harvard-geleerde dr. Gerald Keaven. We eten te veel, maar we eten ook te weinig vet, zegt de man. Ervoor in de plaats bunkeren we koolhydraten. Suiker. En daar gaat het volgens hem fout. Veel mensen zouden gezonder worden en een normaal gewicht behouden op een dieet dat meer vet en minder koolhydraten bevat. Ongeveer zoals onze opa’s en oma’s aten, wat vaker zuurkool met spek en worst en op vrijdag vette vis.
Oké, laat nu het nagerecht maar aanrukken. Een tiramisu zou er prima ingaan.