E-mail wisselingen (2)
Geachte heer Nijpels,
Wij, als Forces-NL, lezen geregeld ook de publicaties van instellingen en verenigingen die tegen het roken gekant zijn. Waarom? Omdat wij ook geïnteresseerd zijn in de mening van anderen. Het gaat er uiteindelijk niet om hoe de ene partij van de andere wint, maar hoe beide partijen (rokers en niet-rokers) gezamenlijk tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing kunnen komen.
Die oplossing is te realiseren. In elk bedrijf en in elke instelling. Heel eenvoudig: door separate werkplekken te creëren voor rokers en niet-rokers. Gezamenlijk gebruikte vertrekken, zoals de toiletruimte en de kantine, kunnen dan rookvrij blijven. Draag verder dan zorg voor een goede ventilatie en iedereen is blij. Meer hierover is te vinden op onze site: www.forces-nl.org.
Het is onzin te veronderstellen dat ieder bedrijf of iedere instelling volledig rookvrij zou moeten zijn. Dat is ook nergens voor nodig. Bovenstaande maatregelen bieden voldoende waarborg voor een prettig werkklimaat voor iedereen, ongeacht of dat nu rokers of niet-rokers zijn. In dat opzicht mag dan ook zeker niet onvermeld blijven dat wij hierin nogal wat verschillen van andere zusterorganisaties, zoals bijvoorbeeld in de VS. Dat het er daar nogal wat extremer aan toe gaat, heeft alles te maken met de daar heersende mentaliteit (zwart-wit, geen nuancering mogelijk en rechtzaken over de kleinste dingen), waarvan ook wij hopen dat het hier nooit zover zal komen.
Het is echt niet zo dat wij aan de hand van onze argumenten niet-rokers onze rook zouden willen opdringen, geenszins. Mensen uit de CAN-gelederen die daarop wijzen, maken zich schuldig aan ernstige misvattingen. Ook de suggestie dat Forces wel heel erg blij zou zijn met het feit dat een Britse astmapatiënt een rechtzaak tegen de tabaksindustrie verloren had, is volkomen uit de lucht gegrepen en sterker nog: is te beschouwen als lasterlijke praat (smaad dus).
Het is zeker gerechtvaardigd aan te nemen dat de hetze tegen rokers zo langzamerhand onaanvaardbare vormen gaat aannemen, niet alleen bij de CAN, maar ook bij bijvoorbeeld STIVORO. STIVORO is natuurlijk sowieso al verdacht. Rijksgesubsidieerd: dat betekent al genoeg, namelijk zogenaamde politiek correcte onderzoeken waarin vooropgestelde standpunten bewezen moeten worden, ofwel junk-science. In dat opzicht is een uitspraak van de EPA-onderzoekers wel interessant: “Yes, it’s rotten science, but at least politically correct”.
Kortom, met relatief eenvoudige ingrepen, is voor zowel rokers als niet-rokers een uitstekend werkklimaat te realiseren. De hetze tegenover rokers is dus volkomen overbodig. We kunnen de tijd beter besteden aan constructieve oplossingen.
Op de huidige voet doorgaan levert alleen scheldkanonnades over en weer op en leidt tot onzinnige discussies over fietsenhokjes en andere triviale zaken met als resultaat dat de oplossingen verder weg dan ooit zijn.
Dat het in de horeca voor de niet-roker niet altijd feest is, kunnen wij ons best voorstellen, net zoals het feit dat cara-patiënten overlast ondervinden van tabaksrook. Daar staat wel tegenover dat er veel meer rokers dan carapatiënten zijn (25x zoveel). De belangen van rokers hoeven naar onze mening niet te wijken voor die van cara-patiënten. Voor cara-patiënten moete naar goede oplossingen gezocht worden en er moet gekeken worden hoe deze vervelende ziekte behandeld en voorkomen kan worden: daar ligt een dankbare taak voor de onderzoekers. Dat is echte gezondheidszorg: het zoeken naar behandelmethoden en mogelijkheden ter voorkoming. Het zomaar bestrijden van het roken op basis van junk-science is verspilde moeite.
Met vriendelijke groet,
Namens Forces-NL, Jan Ruitenbeek
Wij zijn het niet met u eens. Gescheiden werkruimten voor rokers en niet-rokers crëeert een apartheidssysteem dat dodelijk is voor zowel de noodzakelijke werk- als de sociale relaties. Op basis van uitsluitend het rookgedrag dienen mensen niet gescheiden te worden.
Wij opteren voor: alles rookvrij met de mogelijkheid (niet de verplichting!) aparte en goed afgezonderde rookruimten in te richten, waar in EIGEN TIJD gerookt kan worden. Overigens kunnen wij heel goed begrijpen dat vanuit modern arbobeleid en/of vanuit economische overwegingen, gekozen wordt voor geheel rookvrije bedrijfsvoering. Maar dat dient dan bredere belangen dan alleen die van de niet-rokers.
Wij voeren geen hetze tegen rokers, integendeel zelfs: we hebben met ze te doen, en begrijpen hun problematiek. Velen van ons zijn immers ex-rokers, waaronder ik zelf. We zijn ook niet ‘anti-rokers’ zoals jullie ons tegen beter weten in, en smerig beledigend, maar blijven noemen. Afwijkend gedrag (zoals roken) dient altijd te wijken daar waar het anderen schade en overlast kan toebrengen. Dat roken zo verslavend is, is het probleem van de rokers, en niet van de niet-rokers. Er zijn slechts om en nabij drie maal zoveel rokers als cara-patiënten (10% en 30% van de totale bevolking). Uw cijfer van 25 x zoveel is dus belachelijk.
En de horeca is nagenoeg algemeen een bezoeking voor nietrokers. Zolang u zich daar niet tegen verklaart, maakt u zich wel degelijk schuldig aan het opdringen van rook. Dat is niet alleen de verantwoordelijkheid van de horeca als bedrijfstak of bedrijf, maar van elke individuele roker afzonderlijk, en van groepen als de uwe. Op een chemische stortplaats is het vaak nog beter toeven dan in de horeca. Uw krokodillentranen hierover, zijn onwaarachtig en ongeloofwaardig. En overigens is de horeca ook nog een werkplek voor velen. Cara-patiënten hebben net zoveel recht op algemene onbelemmerde toegang tot publieke ruimten als rolstoelers. Dergelijke groepen hoeven geen genoegen te nemen met een leven in isolement en afzondering. Dat is even discriminerend als ontoegankelijkheid op grond van ras, sexe, geaardheid of leeftijd. Overigens mag evenmin van welke andere niet-roker worden gevraagd genoegen te nemen met blootstelling aan tabaksrook, hoe gering ook. De uitspraak van het proces tegen PTT-Breda laat daarover geen misverstand: het gaat hier om een GRONDRECHT, waarvoor rookgedrag ALTIJD dient te wijken. Wie niet buiten roken kan, kan altijd nog buiten roken.
Wij maken ons nooit schuldig aan scheldpartijen; dat kan zeker niet gezegd worden van vertegenwoordigers van Forces. Zelden heb ik zo’n intolerante, haatdragende, en geheel van foute denkbeelden doortrokken groep gezien. Daarmee komen wij dus zeker niet on speaking terms. Ik ga dus zeker niet de discussie met u hervatten, dus bespaar me uw reactie. Fons Nijpels
Commentaar
Het valt op hoe weinig op de gehanteerde argumenten ingegaan wordt en hoe het een en ander alleen gepareerd wordt door nogmaals de eigen stellingnames te verkondigen.
Duidelijk is eveneens dat CAN, bij monde van hun voorzitter, een radicaal beleid voorstaat waarbij voor het eigen gelijk rokers naar buiten verwezen worden en naar roken in de eigen tijd. Alsof roken een vrijetijdsbesteding is!
Gescheiden ruimten voor rokers en niet-rokers zijn funest vanwege de sociale isolatie? Rokers die naar buiten moeten worden dus niet sociaal geisoleerd?
Verder voor de heer Nijpels eens een beeld om over na te denken:
Verordening inzake WC-bezoek in ons bedrijfVelen van onze werknemers hebben zich bij de directie beklaagd dat ze natte stoelen hebben aangetroffen en zo nu en dan een nat pak opliepen vanwege wildplassen. Vandaar dat de directie de volgende regel heeft ingevoerd: WC bezoek is alleen toegestaan
Deze regeling werd ingevoerd teneinde een verdere uitgroei van het wildplassen in de ruimten in ons kantoor tegen te gaan. |
Tot slot wordt nog eens, zoals eerder in E-mails van ons met CAN, elke inhoudelijke discussie uit de weg gegaan.