De ethische aspecten van de oorlog tegen tabak
Eigenlijk beginnen we al verkeerd. De titel van dit commentaar is niet juist. Het is geen oorlog tegen tabak. Het is een oorlog tegen gewone mensen. Het eufemisme ‘Tabaksontmoedigingsbeleid’, zo graag door Minister Borst gebruikt, zou daarom beter vertaald kunnen worden naar de term ‘Rokersrepressiebeleid’. Dit woord geeft veel duidelijker aan waar het in haar politiek om gaat: Een strijd tegen mensen bedoeld om een door sommigen ongewenst gedrag met afdoende middelen te onderdrukken.
In het Juli/Augustus nummer van Opzij staat een opmerkelijk artikel van de hand van schrijfster Emma Brunt onder de indringende titel “Ziek zijn is voor de dommerds”. In een gloedvol betoog introduceert ze de term Levensstijlpolitie, een speciale eenheid die de mensen controleert op een (politiek) correcte levensstijl.
Het lijkt een science-fictionachtige uitvinding maar helaas is het al in de praktijk gebracht. In Canada zijn op diverse plaatsen al speciale controleurs aangesteld die moeten controleren of burgers zich aan de rookverboden houden. In sommige gevallen zijn zelfs pogingen gedaan kinderen bij rokende ouders weg te halen en in een gastgezin te plaatsen.
Zeer treffend (en verrassend gezien zijn opstelling in de tabaksdiscussie) wordt in het Opzij-artikel PvdA Tweede Kamerlid Rob Oudkerk aangehaald die zich in het blad Huisarts & Zelfzorg afvraagt hoe riskant gedrag gecontroleerd kan worden: “Gaan we een lifestyle-recherche in het leven roepen? (…) Zal een lifestyle-rechercheur kort na uitzending van de weekendnachtfilm alle eengezinswoningen controleren op !osliggende traproedes? Wie controleert tussen tien en twee uur ‘s nachts het condoomgebruik bij adolescenten? Wie screent onbesuisde skiërs die jodelend de berg afrazen? (…) En wie behandelt al die leefstijlparanoia eigenlijk?“.
De anti-roken hysterie is hét schoolvoorbeeld van van deze nieuwe bemoeizucht in de gezondheidszorg. Dat constateert ook Emma Brunt in haar artikel:
“Maar het is inmiddels nog veel gekker geworden, want de kwakdenkers hebben hun ideologische terrein uitgebreid. Nu is het ineens de preventieve zorg voor je eigen gezondheid die hun volle aandacht heeft, onder aanvoering van minister Els Borst en het anti-rookfront. Moeten rokers eigenlijk geen hogere ziektekostenpremies betalen, vraagt de minister zich af. Moet de tabaksaccijns niet omhoog? En moeten medici nog steeds alles in het werk stellen om lijders aan longkanker voor de poort van de hel weg te slepen, of kan die geavanceerde medische zorg maar beter worden besteed aan patiënten die een deugdzame afwijking vertonen: een onschuldige ziekte, waar ze niets aan kunnen doen? Met zulke vragen loopt de minister rond, en niemand die haar schuldig verklaart. Aan verregaande intolerantie en levensbedreigende discriminatie bijvoorbeeld. Aan het propageren van een schrikbewind door de overheid, die zich in de nabije toekomst — gesteund door de wet misschien mag gaan bemoeien met de totale levensstijl van haar burgers.”
Zeer terecht vraagt de schrijfster zich af waar de overheid en gezondheidsactiegroepen het recht vandaan denken te kunnen halen om op een Orwelliaanse manier het gedrag van anderen volgens hun persoonlijke zienswijze te willen veranderen. Hebben zij de waarheid in petto? Volgens henzelf blijkbaar wel. Wat ze zich niet in hun bekrompen denkraam kunnen voorstellen is dat er ook andere aspecten zijn aan leven die niet te maken hebben met fysieke gezondheid. Fysieke gezondheid is niet de enige basis voor geluk. Daar komt heel wat meer bij kijken. Je veilig voelen bijvoorbeeld, of gerespecteerd. Genieten is óók gezond. Of dat nu van een duizelingwekkende afdaling in Lech komt of door het genot van een saffie tijdens een geconcentreerd stukje arbeid. In beide gevallen riskeer je aanslagen op je fysieke gezondheid ten gunste van een stukje genot of concentratie. Het is een gecalculeerd stukje risico dat je neemt, waar je als mens recht op hebt.
Emma Brunt daarover:
Want roken is bepaald niet de enige ongezonde gewoonte die mensen erop na houden. Misschien drinken ze er wel bij, als ze een sigaret opsteken. En aangezien ze dan toch al elke schaamte voorbij zijn, zouden ze zich ook wel eens kunnen vergrijpen aan de chips, de pinda’s en de plakjes leverworst. Waarom doen die mensen dat trouwens, zijn die psychisch wel helemaal in orde, zijn die emotioneel wel netjes in balans? Of komt dit criminele gedrag voort uit gevoelens van depressie; uit het onvermogen hun agressie te uiten en op een creatieve manier met stress om te gaan? Zijn het soms weer dezelfde zenuwlijders en binnenvetters die toch al een verhoogde kans liepen kanker te krijgen? En zo zijn we dan weer terug bij de negentiende-eeuwse notie dat ziekte de manifestatie is van een zwakke wil en een kranke geest: ziekte als karakterfout.
Onethisch gedrag vertoon je als overheid of gezondheidsactiegroep als je in je werk geen oog hebt voor andere belangen of denkbeelden. Als je je niet kan indenken dat een roker die in een klein glazen hok door een oekaze van hogerop zijn voor hemzelf natuurlijke gedrag moet vertonen daarbij tentoongesteld wordt als een gestigmatiseerde. Onethisch is het ook als je alle lasten afschuift op een grote minderheidsgroep zonder oog te hebben voor realistische compromissen. En mensen publiekelijk schaamte opdringen voor hun gedrag is nóg zo’n onethische uiting waar een overheid zich pas in allerlaatste instantie toe zou mogen verlagen.
Je kunt je ook afvragen of je nog ethisch bezig bent wanneer je aan de ene kant je tegenstander ervan beticht gelden van de tabaksindustrie aan te nemen en zelf volop gelden en steun ontvangt van de industrie die bij uitstek profiteert van de huidige anti-rokenhetze: de farmaceutische industrie.
Maar onethisch is het zeker ook als je als groep of overheid, op het moment dat je tegenstand gaat krijgen, deze tegenstander gaat bestrijden met oneigenlijke middelen, zoals ons overkwam door de publiciteitsgolf van de afgelopen weken. In een kennelijk gezamenlijke actie van CAN en Stivoro/Defacto werden ons rekeningen gestuurd voor foto’s die ooit op onze site te zien waren. Als je je tegenstander bestrijdt, doe het dan met argumenten en niet met trappen onder de gordel. Dit soort acties doet je zaak allesbehalve goed en stelt vraagtekens bij je ethische gehalte.
Het wordt onderhand tijd voor een nieuwe actiegroep: Baas in eigen Lijf, als variant op de actiegroepen uit de zeventiger jaren met de naam Baas in eigen Buik. Laat de overheid de grote vraagstukken van deze wereld aanpakken als oorlog en vrede en de hongersnood in de wereld. Of de stress in onze maatschappij, veroorzaker van vele ziektes. Misschien dat een stukje ethiek weer terugkomt in de (politieke) wereld als je weer oog krijgt voor de relativiteit van je eigen denkwereld.
Het is belangrijk voor de overheid om haar grenzen te kennen. Informeren en helpen, ok. Maar blijf van het legitieme zelfbeschikkingsrecht van het individu af zolang deze zich netjes aan ethisch verdedigbare, legale regels houdt.