‘Roken wordt psychische afwijking’
Een lezenswaardig artikel in de Volkskrant laat een aantal deskundigen aan het woord die wat verder af staan van de anti-rokenlobby dan de gemiddelde politicus of journalist. Hoe vaak lees je in de pers dat het gevaar van roken en meeroken toch wel wat overdreven is en dat rokers en niet-rokers over het algemeen de gevaren van roken, door alle propaganda, sterk overdrijven? En wie durft de anti-rookhetze van de nazis nog te noemen?
Een socioloog, een econoom, een psychiater, een epidemioloog en anderen geven in dit artikel hun eigen visie op roken. Een evenwichtig artikel dat de moeite loont om te lezen..
Ach, die oude films waarin de femme fatale met een mysterieuze blik zichzelf letterlijk in nevelen hult. Het was een zwaar bevochten genot. ‘Carrie Pothuis-Smit, in 1920 de eerste vrouwelijke senator in Nederland, schreef het essay Mag de vrouw roken?. Ja, als het maar vanuit een pijpje was, want dat stond eleganter’, grinnikt socioloog Cas Wouters, Universiteit van Amsterdam, ex-roker.
Pothuis-Smit kreeg al snel stevig weerwerk: van de nazi’s. In de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw leidde het streven naar raciale en lichamelijke zuiverheid tot de strengste antirookwetten ooit. Adverteren voor rookwaar werd verboden, evenals roken in openbare ruimten.
De fascisten waren ook de eersten die grote epidemiologische studies uitvoerden naar het verband tussen longkanker en roken, schrijft de aan Stanford University verbonden Amerikaanse wetenschapshistoricus Robert Proctor in zijn artikel ‘The anti-tobacco campaign of the nazi’s’. Hitler, ooit zelf een straffe roker, profileerde zich nadrukkelijk als geheelonthouder tegenover tabaksliefhebbers als Churchill, Stalin en Roosevelt. Ook Franco en Mussolini lieten rookwaar links liggen.
‘En nu is het symbool van alle kwaad opnieuw in de sigaret gaan zitten’, zegt Wouters. ‘Hoe meer het beest in onszelf en de bestialiteit van de lagere klasse onder controle zijn gebracht, hoe meer we de dieren beschermen en de zuiverheid in onszelf omarmen. De roker bederft dat.’