Philip Morris gaat vrijuit
De uitspraak in een rechtszaak gisteren, dat Philip Morris geen $ 12 miljard hoeft te betalen vanwege het gebruik van Light en Mild aanduidingen op haar producten is een van de vele tekenen dat het tij voor de anti-rokenbeweging begint te keren. Heel terecht is in deze uitspraak met de vinger terugverwezen naar de schuld die de (Amerikaanse) overheid draagt bij het in zwang raken van dit soort sigaretten. Het was immers juist de overheid die altijd heeft aangedrongen op vermindering van teer in de tabaksproducten en later de tabaksindustrie beschuldigde dat ze het publiek misleidde met deze benamingen. Voormalig anti-rokenactivist Luc Martial beschreef al eens eerder op onze site hoe de Canadese overheid de door haarzelf in het leven geroepen omschrijvingen Mild en Light in een later stadium tegen de tabaksindustrie ging gebruiken.
De uitspraak van gisteren zal ook gevolgen hebben voor de uitslag van een ander hoger beroep dat in Californië speelt (de ‘Engle case’) waarin eenzelfde soort eis, maar nu voor $145 miljard is gesteld. Ook die uitspraak valt binnenkort te verwachten….
De rechter oordeelde dat Philip Morris niet schuldig was aan het misleiden van klanten door te stellen dat ’light’ sigaretten minder schadelijk voor de gezondheid zijn dan gewone.
Een lagere rechtbank had de boete van 10,1 miljard dollar in 2003 opgelegd aan Philip Morris, onderdeel van Altria Group. De zaak werd aangespannen in een zogenoemde ’class action suit’, waarbij 1,1 miljoen rokers zich hadden aangesloten. Philip Morris ging echter niet akkoord met de beslissing en besloot het vonnis aan te vechten.
Na het gerechtelijke besluit van donderdag schoot het aandeel Altria op de effectenbeurs in New York met bijna 6 procent omhoog.
De zaak, die ook bekend staat als Price versus Philip Morris, was niet door de groep rokers aangespannen om de lichamelijke schade die het roken zou hebben veroorzaakt.
Zij vonden juist dat ze al dertig jaar waren misleid door Philip Morris omdat het bedrijf reclame maakte voor de ’light’ of ’low tar’ sigaretten, terwijl deze net zo schadelijk of zelfs slechter voor de gezondheid zouden zijn dan normale sigaretten. Light-sigaretten waren in 2003 goed voor 85 procent van de Amerikaanse sigarettenmarkt.
In maart 2003 gaf een lagere rechtbank de klagers gelijk en veroordeelde Philip Morris tot een schadevergoeding van 7,1 miljard dollar plus 3 miljard dollar aan boete- en proceskosten. Philips Morris gaf aan failliet te gaan als het dit bedrag moest betalen.
Het Hooggerechtshof van Illinois oordeelde in een rechtstreeks hoger beroep echter dat de tabaksfabrikanten terecht hun producten hadden aangeduid als ’light’ of ’low tar’. Daarmee volgden ze specifieke richtlijnen van de Amerikaanse overheidscommissie voor handel, de Federal Trade Commission, aldus de rechtbank. De rechtbank heeft de zaak nu doorverwezen naar een lagere rechtbank met de opdracht deze te seponeren.