Afwegingen in een verzorgingstehuis
In een zeer lezenswaardig artikel in Trouw wordt verslag gedaan van de afwegingen die men in een verzorgingstehuis moet maken om het geluk van de verpleegden zo goed mogelijk te waarborgen.
Deze beschrijving van de werkwijze van de ethische commissie van het tehuis geeft duidelijk aan hoe op een hoger niveau, de volksgezondheid, afwegingen gemaakt zouden moeten worden. En waar het daar mis gaat…
[Verzorgingstehuis] Reggeland probeert zoveel mogelijk rekening te houden met de waarden en individuele wensen van bewoners en medewerkers. Maar hoe doe je dat? Individuele verlangens kunnen botsen met vereisten van gezondheid en veiligheid van de bewoner zelf of strijdig zijn met de belangen van de organisatie of van de andere bewoners.
Tien jaar geleden riep Reggeland een ethische commissie in het leven om te adviseren in dergelijke situaties met als uiteindelijke doel: verbetering van de kwaliteit van de zorg. Om houvast te hebben bij de advisering hanteert de commissie vier ooit in de Verenigde Staten ontwikkelde, algemeen aanvaarde ethische beginselen: niet-schaden (de ander geen schade toebrengen), weldoen (in handelen en praktijk het goede doen en bevorderen), autonomie (zoveel mogelijk respect opbrengen voor het unieke en de eigen keuzes van de bewoners) en rechtvaardigheid (gelijke behandeling van cliënten, eerlijke verdeling van lusten en lasten).
De vier principes kunnen met elkaar botsen. Jan Kanis, geestelijk verzorger en secretaris van de ethische commissie: ,,Kies je voor autonomie dan kan dat betekenen dat de patiënt schade oploopt. Het zijn conflicterende waarden die je tegen elkaar moet afwegen”.
Hij noemt als voorbeeld de 85-jarige mevrouw A., geboren in Indonesië, die haar geboorteland graag nog één keer wil bezoeken. Zij heeft geheugenproblemen, is slechtziend, maar weet nog goed wat ze wel of niet wil. De verpleeghuisarts is mordicus tegen de afscheidsreis vanwege de lichamelijke en geestelijke risico’s. Drie waarden zijn hier in het geding, oordeelt de commissie: autonomie (mevrouw A. is nog wilsbekwaam), niet-schaden (het beginsel van waaruit de verpleeghuisarts redeneert) en weldoen (meewerken aan de afscheidsreis is een kwestie van geestelijke weldaad). Voor de arts weegt zijn verantwoordelijkheid zwaar: wat als deze bewoonster van het verpleeghuis waarvoor hij medisch verantwoordelijk is, in Indonesië iets overkomt?
De commissie komt tot het oordeel dat mevrouw A. uiteindelijk zelf een besluit moet nemen. Zij is immers wilsbekwaam. Voor de verantwoordelijkheid van de arts wordt de oplossing gesuggereerd om mevrouw voor de duur van de reis uit het verpleeghuis te ontslaan. Zover komt het niet, want de arts werkt uiteindelijk mee. Jaap van der Zwart, bestuurssecretaris van Reggeland en voorzitter van de commissie: ,,Uiteindelijk zijn we tegen het aanvankelijke advies van de arts ingegaan, die er trouwens ook genuanceerder tegenaan is gaan kijken”.
Kanis spreekt van een mooi voorbeeld, omdat de verpleeghuisarts in dit geval een waarde die hem vanuit zijn discipline zeer dierbaar is (het principe van niet-schaden) ondergeschikt maakt aan een andere waarde, namelijk weldoen: het gunnen van de afscheidsreis naar Indonesië.
De huidige politiek op het gebied van de volksgezondheid draaft juist nog steeds door op het strak-medische gebied van het principe ‘niet-schaden’, terwijl de andere twee criteria zwaar worden verwaarloosd, zo niet totaal worden genegeerd. Voor ons als rokers betekent dat:
- We worden als niet wils-bekwaam behandeld en worden betutteld;
- Men gunt ons niet het genot (weldoen) waar we zelf voor kiezen, het ‘genieten is gezond’ principe wordt totaal vergeten.
De medische sector kan op algemeen, politiek gebied lering trekken uit de praktijkervaringen van dit verpleegtehuis. Het wordt tijd dat men de eng-medische, fysiek gefocusde medische ethiek loslaat en eindelijk weer naar de héle mens gaat kijken…