`Tabaksindustrie beïnvloedt horeca`
De Universiteit van California (UCLA) ontving in de laatste drie jaar 12 miljoen dollar voor anti-tabaksonderzoek van de Robert Wood Johnson Foundation, het geldloket van de farmaceutische industrie. Zo nu en dan zie je waar ze dit geld aan besteden, zoals uit het bijgaande artikel blijkt.
Het typische van onderzoeken in deze sector is dat ze zo goed als nooit in de gevestigde wetenschappelijke bladen verschijnen maar in hun eigen anti-rokers huisorgaan met de naam Tobacco Control. Ze ontmoeten daar minder of geen kritiek voor wat betreft de kwaliteit van hun onderzoeken. Er vindt dan ook geen ‘Peer Review‘ plaats waarbij derden, wetenschappers, het onderzoek en het verslag daarvan, op deugdelijkheid controleren.
‘Wetenschappers’ als Stanton Glantz kunnen dan ook rustig hun gang gaan, zonder pottenkijkers van minder anti-tabakgeoriënteerde collega’s. Kortom, degene die de achtergronden van deze onderzoeken kent, weet dat het bericht met de nodige korrels zout moet worden genomen.
Twee citaten uit het artikel:
- Cigarette manufacturers gave money to hotel and restaurant associations to stifle discussion about smoke-free premises and they also preyed on fears that a no-smoking policy would hurt profits, say researchers from the University of California at San Francisco who analyzed tobacco industry documents.
The industry documents reveal that tobacco manufacturers gave donations to more than 65 hospitality groups in the United States and to the International Association of Hotels, Restaurants and Cafes, active mainly in Europe.
- A second study in the same issue of Tobacco Control says there’s conclusive evidence of secondhand smoke exposure among workers in the entertainment and leisure industry. Researchers from the University of California at Berkeley analyzed saliva samples from 42 non-smoking restaurant and bar employees of businesses that permit smoking or have designated smoking sections. They were compared to 50 non-smoking government workers in smoke-free workplaces. The researchers collected saliva samples at the start and end of the working day.
They measured changes in salivary cotinine levels, which reflect the amount of nicotine absorbed by the body.
The employees exposed to smoke had significantly greater increases in their salivary cotinine by the end of the working day, compared to those who worked in a smoke-free setting.
Met name het laatste onderzoek gaat weer uit van het twijfelachtige uitgangspunt dat cotinine een unieke indicator van nicotineopname zou zijn, terwijl iedere onderzoeker weet dat ook het eten van tomaten en soortgelijke groenten cotinine in het lichaam achterlaat. Verder zegt de aanwezige hoeveelheid cotinine, in tegenstelling van wat hier geimpliceerd wordt, helemaal niets over de eventuele schadelijkheid van de blootstelling aan tabaksrook.